Aanvallend pover Oranje klopt Spanjaarden na shoot-outs

Grillig, aanvallend behoorlijk onmachtig, acterend in een te laag tempo en florerend in de shoot-outs. Zo kwamen de Oranjemannen maandag in de Pro League-wedstrijd voor de dag tegen Spanje. Na drie zeges op rij volgde in Londen een 2-2 gelijkspel. Het bonuspunt na shoot-outs verbloemde een teleurstellende vertoning, waarin Nederland de stijgende lijn van de afgelopen wedstrijden niet doortrok.

Ze hadden de smaak aardig te pakken na de dikke dreun die Australië (7-2 nederlaag) twee weken geleden uitdeelde. Daarna werd drie keer op rij gewonnen van India, Australië – inderdaad, de revanche – en Spanje. Het ging dus twee maanden voor het EK de goede kant op met Oranje. Akkoord, de eerste keer ging het ook al vrij stroef tegen Spanje, de formatie van Max Caldas. In een wedstrijd met twee gezichten won Nederland dankzij een goede tweede helft met 3-2.

Een wederopstanding binnen zestig minuten zoals vrijdag zat er vandaag niet in. De parallellen met de eerste ontmoeting waren, helaas voor Oranje, zichtbaar. Alleen ontbrak nu de goede afloop. Het saaie eerste kwartier in het lege Lee Valley Hockey and Tennis Centre was achteraf bezien een voorteken voor een moeizame wedstrijd. De eerste echte goede kans was voor Spanje en leverde meteen een doelpunt op. Gerard Clapes tipte fraai binnen, vlak nadat Pepijn Reyenga de bal knullig inleverde op eigen helft.

Pepijn Reyenga speelde een hoofdrol bij de 1-0 van Spanje. Foto: Frank Uijlenbroek

Gemopper op de bank

Nederland speelde in die fase slordig en flets. Een misverstandje, een stuiter over de stick en zelfs bijna een 2-0 achterstand. De stopfout van Teun Beins – die mistastte bij een hoge bal – werd afgestraft door Spanje. Althans, zo leek het aanvankelijk. Bij nader inzien bleken de Zuid-Europeanen in de persoon van Joaquín Menini shoot te hebben gemaakt. Die tweede tegentreffer bleef Oranje dus bespaard. Het matige niveau leidde tot gemopper op de bank, waar het gezicht van bondscoach Jeroen Delmée steeds bedrukter werd.

Dat veranderde pas na de gelijkmaker van Thierry Brinkman, die aan het eind van kwart twee voor de 1-1 tekende. De captain van Oranje – tot zijn goal vrij onzichtbaar – speelde maandag zijn eerste interland sinds het WK, waar hij met Nederland derde werd. Zijn treffer was een van de spaarzame hoogtepunten van Oranje, dat aanvallend weinig klaarspeelde. Het tempo moest omhoog, concludeerde Delmée voor de camera’s van de organisatie.

Die constatering zorgde er niet meteen voor dat Nederland briljant ging spelen. Maar het was wel wat aanvallender en directer dan daarvoor. De gretigheid van de ploeg van Delmée werd snel beloond. Weer was het Thierry Brinkman die de trekker succesvol overhaalde, ditmaal via een spijkerharde backhand: 2-1. Het was een opleving die niet al te lang duurde. Want Spanje bleek in staat om Oranje pijn te doen. Een eerste corner – van de hele wedstrijd overigens – werd gekraakt, maar vlak daarna was het alsnog raak. Marc Miralles, volgend seizoen actief bij Bloemendaal, sleepte ‘m langs zijn aanstaande teamgenoot Visser.

Thierry Brinkman scoorde tweemaal en was een van de weinig aanvallers van Oranje die zich liet gelden. Foto: Frank Uijlenbroek

Klein doekje voor het bloeden

Aan de overkant kreeg Nederland amper een voet aan de grond. Dat kwam doordat Spanje de cirkel goed afgrendelde – soms met z’n allen terug tot de 23-meterlijn – maar ook omdat Oranje niet in staat bleek z’n eigen snelle counterhockey te spelen. De eerste Nederlandse corner, vijf minuten voor tijd, ging al op de kop van de cirkel de mist in. Vlak daarna kreeg Spanje, dat beter was, een dot van een kans op de winnende goal. Marc Recasens volleyde van dichtbij over.

De beslissing in het weinig aantrekkelijke duel kwam daardoor via shoot-outs. Die nam Nederland stukken beter dan Spanje, dat driemaal oog in oog met Visser miste. Voor Oranje scoorden Thierry Brinkman, Thijs van Dam en Jonas de Geus. Het was een klein doekje voor het bloeden. Niets meer, niets minder. Want de aanvoerder van de wereldranglijst zal ongetwijfeld beseffen dat dit geen stap vooruit was richting het EK. Het toernooi waar niet alleen de Europese titel wordt verdedigd, maar ook een olympisch ticket klaarligt voor de winnaar.

Ze hebben nog twee maanden om de echte vorm te vinden. Die topvorm die maandag in Londen ontbrak.