Bondscoach Delmée: ‘Jongelingen krijgen kans in trainingsgroep EK’
Bondscoach Jeroen Delmée maakt volgende week na de Pro League zijn trainingsgroep voor het Europees kampioenschap bekend. In die Oranje-selectie is in ieder geval plek in geruimd voor enkele jonge talenten, die zich de afgelopen weken in de Pro League-serie hebben onderscheiden. Ervaren krachten als Jorrit Croon, Seve van Ass en Tijmen Reyenga zitten daar ook bij, maar zij ontbreken dit weekend vanwege blessures bij het Pro League-slot in Antwerpen.
Dat vertelde Delmée woensdagavond na afloop van het duel met Nieuw-Zeeland, dat Nederland eenvoudig met 4-1 won in het Wagener Stadion. De bondscoach keek met alleen de twee ontmoetingen tegen België nog voor de boeg terug op de tien wedstrijden die zijn ploeg in 20 dagen speelde. ‘Voor mij is de ontwikkeling van de nieuwe jongens een van de meest positieve punten uit de afgelopen periode. Om nu al te zeggen dat ze in aanmerking komen voor het EK is nog wat te vroeg, maar een aantal gaat wel opgenomen worden in de trainingsgroep voor het EK. Vandaar zien we wel verder. Ik ben blij met hun ontwikkeling. We weten nu dat we flexibeler zijn en een veel bredere groep hebben om uit te kiezen dan rondom het WK’, zei Delmée.
De bondscoach loofde al eerder Duco Telgenkamp, die in het ‘Eindhoven-blok’ vijf keer scoorde in drie duels. Maar was ook te spreken over de ontwikkeling van onder andere Floris Middendorp. De middenvelder van Amsterdam speelde de afgelopen dagen alle duels met de Oranje Heren. ‘Floris deed vorig jaar ook met ons mee, maar kwam toen niet aan de bal. Nu staat hij hier met veel bravoure op het middenveld te spelen. Dat is mooi.’
Blessures
Tegenover de ontwikkelingen van de jongelingen, stond de afwezigheid van enkele vaste krachten. Jip Janssen ontbrak lange tijd vanwege een blessure aan zijn wijsvinger, maar speelde woensdag tegen Nieuw-Zeeland zijn derde wedstrijd deze week (en scoorde, net als een dag eerder tegen Duitsland). Dat zagen vanaf de tribune Van Ass, Croon en Reyenga, die de afgelopen weken amper of zelfs helemaal niet speelden.
Delmée maakt zich over een eventuele EK-deelname van het trio geen zorgen. ‘Ze staan inmiddels alle drie weer op het trainingsveld. Maar de wedstrijden van komend weekend komen nog te vroeg voor ze. Dat ze de afgelopen weken niet hebben gespeeld, is voor mij geen reden om daar conclusies aan te verbinden richting het EK. Zij hebben de nodige ervaring en weten hoe ze een toernooi moeten spelen. Ze hebben wat dat betreft wel een streepje voor.’
Een deel van de huidige Oranje-groep weet volgende week dus of ze nog een kans maakt op deelname aan het EK. De trainingsgroep van 24 man start na een paar weken vakantie de voorbereiding op het titeltoernooi in Duitsland. Eind juli speelt Oranje nog enkele oefenduels, waarna de EK-selectie van 18 man bekend wordt gemaakt.
Scherpte
De bondscoach kijkt ook al uit naar een langere periode om aaneengesloten te kunnen trainen. ‘Daar zijn we tijdens de competitie en ook deze Pro League-periode niet aan toegekomen. Dat zie je bijvoorbeeld vandaag tegen Nieuw-Zeeland terug in de afronding. We spelen tot aan de cirkel best goed, maar daar ontbreekt de scherpte en maken we de verkeerde keuzes. Met voldoende training, als de automatismen kloppen en de nodige frisheid gaan we die scherpte wel terugkrijgen. Ik denk dat we dan het WK-niveau wel kunnen aanraken of misschien kunnen overtreffen. Als wij in de omschakeling kunnen spelen, zijn er maar weinig ploegen die ons bijhouden.’
Met voldoende training en de nodige frisheid kunnen we het WK-niveau halen of misschien wel overtreffen.’ Jeroen Delmée
Zaterdag krijgt Delmée een nieuwe indicatie waar zijn ploeg staat, als Oranje in Antwerpen aantreedt tegen België. Bij winst op de olympisch kampioen kan Nederland volgende week dinsdag de Pro League-titel prolongeren. Ook België kan de beker nog pakken. De bondscoach kijkt uit naar de duels. ‘Het is mooi dat die wedstrijden echt ergens om gaan. Dat geeft een extra dimensie. Maar uiteindelijk zijn die wedstrijden, net als tegen Duitsland, altijd speciaal. We kennen elkaar door en door, spelen in de competitie tegen elkaar, dus is het echt niet nodig om de jongens daarvoor op scherp te zetten.’