De droomzomer van Koen Bijen: ‘Ook ik ben een beetje verrast’
Een jaar geleden was hij nog een vrij normale Hoofdklasse-spits bij Den Bosch. Had hij in zomermaanden gewoon vrij en stond zijn interlandteller nog op nul. Maar de wereld van Koen Bijen ziet er inmiddels heel anders uit. De aanvaller, die komende maand 24 jaar wordt, maakt een stormachtige ontwikkeling door en is de beste schutter van de Oranjezomer.
Gulzig deelde Koen Bijen in het stadion van Rotterdam de ene na de andere handtekening uit na het gelijkspel – en de daaropvolgende shoot-out-winst – tegen India. Hij kreeg er geen genoeg van. Wilde niemand teleurstellen. Daarna werd het toch echt tijd om de media te woord te staan. ‘Ik was nog niet eens op de helft’, grijnst de aanvaller.
Zijn populariteit onderstreept zijn goede prestaties. Bijen heeft het voor elkaar gekregen om uit te groeien tot een van dé targetmannen bij Oranje. In de zeven interlands die Nederland deze zomer vooralsnog speelde, scoorde hij vijf keer. Daarmee is hij op dit moment topscorer van deze helse Pro League-maand, waarin maar liefst tien duels op het programma staan. Het brengt Bijens totaal op zeven goals in twaalf interlands. Een regelrechte droomstart voor de speler die ooit – we hebben het eerder aangehaald – te licht werd bevonden voor het eerste van HDM.
Want na zijn goals in beide duels tegen Argentinië en Duitsland, eiste Bijen ook zaterdag tegen India een hoofdrol op. Met een grote glimlach denkt-ie terug aan zijn goal, die dertien minuten voor tijd de 2-1 opleverde. ‘Ja, die was lekker’, straalt de Hagenaar. ‘We counterden er volle bak uit. Steijn [van Heijningen] gaf een heerlijk passje. Ik dreigde naar mijn backhand te gaan, daardoor gaf de verdediger meer ruimte aan de andere kant. Dus trok ik ’m daarheen op.’
Toch de winnende
Een geslaagde cocktail van intuïtie, ervaring en goed observatievermogen, verstopt in een actie van een paar seconden. Hij hoopte dat hij met zijn shoot-out-achtige goal de winnende had gemaakt in de reguliere speeltijd. ‘Al was het nog wel lang, hoor. Man, we domineerden echt in de tweede helft. Zo zonde dat we die 2-2 nog tegenkregen.’
Daardoor kwam het dus – voor de eerste keer deze zomer – aan op shoot-outs. Maar met een goede afloop voor Oranje en voor Bijen. Die maakte namelijk alsnog de beslissende treffer, door als vierde Nederlandse international binnen acht seconden raak te schieten. ‘Fantastisch dat ik de winnende maakte. Maar het is ook toeval’, zegt Bijen, na zijn eerste shoot-out in Oranje. ‘Het liep ook zo omdat Pirmin [Blaak] er twee pakte. Ik weet dat ik bij de top-6 shoot-out-nemers van de bondscoach zit. Dus hield ik er rekening mee. Toen hij het na de wedstrijd vroeg, was ik er ready voor.’ Een lach breekt door: ‘Ik zei voor mijn shoot-out nog tegen Terrance [Pieters]: voor de zekerheid, is die van mij dan de winnende? Hij zei: Ja man, je gaat het doen. Doe je ding.’ Met gepaste trots: ‘Ik heb nooit getwijfeld.’
Het was een nieuwe mijlpaal in de prille interlandloopbaan van Bijen, dus de beste schutter van de hockeyzomer van zijn team. ‘Tsja, wat dat zegt?’ Hij herhaalt de vraag voorzichtig. Wint wat tijd. ‘Dat ik als spits op de juiste plek sta en kan killen in de cirkel. Dat is wat we nodig hebben. En ja, ik zit heerlijk in mijn vel. Krijg het vertrouwen van iedereen. Ik wil het team energie geven door zelf hard te werken.’
De hockeyversie van Dirk Kuijt
Die tomeloze inzet is het basiskenmerk van hem als spits. Tweehonderd procent geven als voorwaarde voor alles wat daarna komt. Hij teert niet op z’n techniek, al heeft-ie die zeker. Met enig inlevingsvermogen kan je ‘m de hockeyversie noemen van oud-voetbalinternational Dirk Kuijt, ooit ook zo’n toonbeeld van aanvallende opgestroopte mouwen. Bijen lijkt vrij moeiteloos mee te kunnen bij Oranje. ‘Ook ik ben een beetje verrast. Ik ga mee in het tempo en heb goede hockeyers om mij heen. Dan is het echt makkelijker. Natuurlijk moest ik eerst wennen. Is het internationaal harder, fysieker, meer sprinten. Maar dat ligt mij eigenlijk wel. Misschien is dat een gelukje, dat ik zo in elkaar zit.’
Als hij nogmaals op zijn prachtige cijfers wordt gewezen, draait Bijen een beetje bij. ‘Misschien moet ik mezelf meer credits geven, ben ik wat bescheiden. Ik ben superblij en tevreden hoe het gaat. Ik kan ervan genieten. Een voorbeeld? Nou, ik weet voor de wedstrijd al waar mijn ouders zitten. Bij de line-up kijk ik nog even. Dan besef ik wel dat ik heel trots ben dat ik dit meemaak.’
Want, om de open deur nog even in te trappen, wie had dit een jaar geleden voorspeld? ‘Niemand. Alleen ik, in mijn dromen.’