Duikend naar goals: Fay van der Elst laat zich zien in Oranje

Het zijn drukke weken geweest voor Fay van der Elst (27), de trefzekere spits van Amsterdam en Oranje. Nauwelijks bekomen van een intense Pro League-trip in India stond ze met haar clubgenoten alweer op de mistige toppen van de Schotse Hooglanden. Terwijl de Hoofdklasse zich opmaakt voor de hervatting, blikken we met haar terug op het avontuur in India, waar ze vier keer scoorde in vier interlands: ‘De meiden zeiden al: daar ligt ze weer.’

In het gigantische Kalinga Hockey Stadium van Bhubaneswar groeide Van der Elst eind februari uit tot een van de opvallendste speelsters van Oranje. Vier wedstrijden speelde Nederland: twee keer tegen Engeland en twee keer tegen gastland India. En in álle wedstrijden prikte Van der Elst raak. Altijd op haar eigen, kenmerkende wijze: speurend naar ruimte in de cirkel, als een roofdier loerend op haar prooi, om op het perfecte moment toe te slaan. Vaak met een snoekduik, zoals in beide duels met India.

‘Haha, de meiden zeiden al: daar ligt ze weer hoor’, zegt Van der Elst bij de herinnering aan haar doelpunten. ‘Ik probeer altijd zo lang mogelijk te wachten en dan op het laatste moment voor mijn tegenstander te komen. En ja, dat gaat vaak gepaard met een duik naar de bal en een buiteling. Maar het zou ook lekker zijn om gewoon eens op mijn benen te blijven staan’, grapt ze.

Van der Elst: zeven goals in acht interlans onder bondscoach Raoul Ehren. Foto: WorldSportPics

Met haar vier goals in India tilde Van der Elst haar totaal in Oranje naar twaalf uit zestien interlands – een zeldzaam goed gemiddelde voor een relatieve nieuwkomer. In meer dan zestig jaar wist alleen ploeggenote Felice Albers een vergelijkbare start te maken, met elf treffers in haar eerste zestien duels.

De cijfers van Van der Elst, die in Oranje de rol van diepe spits heeft, verraden haar neusje voor de goal en haar feilloze gevoel voor timing. ‘Ik ben best tevreden over mijn spel in India’, zegt ze. ‘Al had ik af en toe wat dwingender kunnen zijn. Ik staar me niet blind op doelpunten, maar vind wel dat ik altijd honderd procent voor elke kans moet gaan. Gelukkig kom ik vaak in scoringspositie, zeker met zulke goede speelsters om me heen die me in stelling kunnen brengen.’

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door OranjeHockey (@oranjehockey)

Oranje kan beter

De Oranjevrouwen boekten in India succes met twee klinkende zeges op Engeland (5-1 en 6-0) en een overwinning in een chaotisch duel met India (4-2). Maar de slotwedstrijd tegen het thuisland gaf een zure nasmaak. Nederland stond met 2-0 voor en had alles onder controle, tot het duel plots kantelde. Binnen acht minuten gaf de ploeg van bondscoach Raoul Ehren de voorsprong weg en moest het na een mislukte shoot-outserie genoegen nemen met een punt.

‘Het was geen ramp dat we dat duel niet wonnen’, blikt Van der Elst terug. ‘Zeker niet voor de fase van het seizoen waarin we met Oranje zitten. Maar we weten wel dat we veel beter kunnen. Het gekke is dat we in de laatste wedstrijd met India de volledige controle hadden. Maar na rust scoorden zij uit het niets en stond acht minuten later gelijk [2-2]. Hoe we de wedstrijd afsloten, klopte totaal niet met ons gevoel. We hebben het onszelf vooral moeilijk gemaakt door in de eerste helft niet vaker te scoren.’

Teamgevoel in de Schotse heuvels

Lang bleef India echter niet hangen in haar hoofd. Nog geen dag na de landing in Nederland stond de volgende reis alweer op het programma: een teamweekend met de vrouwen van Amsterdam in de Schotse Hooglanden, ter voorbereiding op de tweede seizoenshelft. Geen hockeysticks dit keer, maar stevige wandelschoenen en jassen die bestand moesten zijn tegen de ruige elementen. De selectie verbleef in de accommodatie van Robert Jan van Rheenen, bekend van B&B Vol Liefde. Een weekend van kilometerslange hikes door de heuvels, kleiduivenschieten en tafels vol lange gesprekken.

De selectie van Amsterdam Dames 1 vóór vertrek naar Schotland. Foto: Amsterdam Instagram

Van der Elst: ‘Het was een heerlijke trip’, zegt Van der Elst. ‘We hebben veel tijd buiten doorgebracht en onderling veel gesproken. Niet zozeer over hockey, maar meer over ieders rol en verantwoordelijkheid binnen het team. Het ging over hoe we elkaar kunnen versterken, wat we van elkaar nodig hebben.’

De gesprekken waren geen overbodige luxe. Amsterdam eindigde de eerste seizoenshelft op een teleurstellende vierde plek, zonder ook maar één topwedstrijd tegen Den Bosch, SCHC, Kampong of Pinoké te winnen. De ploeg van Teun de Nooijer verspeelde bovendien dure punten door vlak voor de winterstop vier keer onnodig gelijk te spelen.

‘We hebben teveel wedstrijden niet kunnen killen’, erkent Van der Elst, zonder al te diep in te gaan op de tegenvallende resultaten. ‘De lange afwezigheid van Maria [Verschoor] en Felice [Albers] heeft natuurlijk ook een rol gespeeld. De vierde plek is niet ideaal, maar we kijken nu niet naar de ranglijst. We bekijken elke wedstrijd apart, kijken niet te ver vooruit. Wat ik wel merk: bij iedereen in de groep kriebelt het. We hebben heel veel zin om weer te beginnen. We gaan voor het hoogst haalbare, dat mag duidelijk zijn.’

Een hongerige ploeg, een trefzekere spits en een tweede seizoenshelft vol kansen. De Hoofdklasse kan de borst natmaken.