Jeroen Delmée: ‘Trots op Oranje, maar er moet nog veel gebeuren’
Zondagmiddag sloten de Oranje Heren het eerste deel van het tijdperk onder bondscoach Jeroen Delmée in stijl af met een 4-1 zege op Spanje. Na amper zeven maanden is de grondige renovatie van het Nederlands elftal vooralsnog een succesverhaal, met de winst van de FIH Pro League als tastbaar bewijs. Delmée zelf geniet van de progressie van zijn team, maar weet dat er nog veel werk wacht in de aanloop naar het WK in januari. ‘Misschien zijn we nu even internationale top, maar dit is slechts een momentopname.’
Met een trotse blik keek Delmée zondag na afloop van het duel met Spanje vanaf de kant naar zijn spelers. Die werden één voor één op het veld aan de Oosterplas in Den Bosch geroepen waar ze de winnaarsmedaille van de FIH Pro League kregen omgehangen. Zestien wedstrijden resulteerden in twaalf overwinningen, drie gelijke spelen en slechts één nederlaag. En dus in de eindzege van de landencompetitie, de eerste mondiale prijs voor de Oranje Heren sinds de winst van de Hockey World League in 2014 in New Delhi.
‘Dit is toch mooi?’, zegt Delmée, net terug van de groepsfoto. ‘We speelden vandaag misschien wel onze slechtste wedstrijd van het seizoen. Maar als je kijkt hoe hard de jongens de afgelopen periode gewerkt hebben, hoe ze bezig zijn geweest om een beter team te worden en individueel beter te worden, dan denk ik dat ze terechte winnaars van de Pro League zijn. Daar moet je trots op zijn.’
Momentopname
Middenin een ingrijpende verbouwing de prijs voor het mooiste huis in de wacht slepen. Zo moet het winnen van de FIH Pro League voelen voor de spelers en begeleiding van Oranje. Het is een bewijs van de potentie die in deze ploeg schuilt, maar ook nog niet meer dan dat. Delmée is met zijn assistenten Eric Verboom en Marieke Dijkstra de eerste die dat zullen onderschrijven.
Had je verwacht dat de cultuuromslag die jij bij je aanstelling had aangekondigd zo snel zou leiden tot aansprekende resultaten?
Jeroen Delmée: ‘In eerste instantie niet. Als je een halve ploeg vernieuwt en alle ervaring ziet wegstromen, weet je niet hoe je ervoor staat. Zelfs na de eerste vijf, zes Pro League-duels wist ik dat nog niet. We begonnen eerst tegen een uitgeblust België en speelden daarna tegen landen als Zuid-Afrika en Frankrijk. Inmiddels denk ik dat we het gevoel hebben dat we dicht bij de internationale top zitten. Misschien zijn we nu zelfs wel even de top, maar het is slechts een momentopname. We zullen richting het WK in januari nog een flink aantal stappen moeten zetten.’
Die momentopname zorgt in elk geval voor blije gezichten. Wie je ook spreekt uit het team, iedereen roemt de prettige sfeer binnen de groep.
‘Aan de ene kant is er een hoop ruimte voor plezier en lol, maar de jongens zijn ook bloedserieus. Ze zijn niet snel tevreden, kijken kritisch naar zichzelf en zijn kritisch op anderen, op een manier die iedereen accepteert. Ze vormen een ploeg die beter wil worden. Met die instelling ben ik heel blij. Dat hebben we ook nodig, want er moet nog heel veel verbeterd worden.’
We moeten scherp blijven. Niet blind zijn voor het resultaat, niet denken dat we er al zijn.
De sfeer is goed, de ploeg presteert, mensen vinden het weer leuk om naar dit Oranje te kijken: allemaal happy vibes. Waar zit de valkuil voor dit Oranje?
‘We moeten scherp blijven. Niet blind zijn voor het resultaat, niet denken dat we er al zijn. We zitten in een situatie waarin er nog weinig spanning op de groep heeft gezeten. Er zijn weinig echte selectiemomenten geweest. We moeten sowieso nog veel situaties gaan meemaken die voor spanning, stress en teleurstelling in de groep zullen zorgen. Voor ons als staf is het van belang eerlijk en open te blijven en te laten weten hoe de jongens ervoor staan. Dat zorgt voor acceptatie en begrip.’
Deze groep geeft de indruk dat ze die nieuwe uitdagingen wel aankan.
‘Dat heeft met vertrouwen te maken. Door het winnen van wedstrijden en goed spel krijg je als nieuw team vertrouwen. Maar de spelers krijgen ook vertrouwen van de staf, én van elkaar. En er is duidelijkheid. Dat goede gevoel stralen ze uit, in de energie, in het plezier, in het aantal goals dat we maken. Dat is wat Oranje nu is. En dat moet vooral zo blijven.’
Over doelpunten gesproken: iedereen bij dit Oranje kan scoren. De 61 goals in de Pro League kwamen van negentien verschillende spelers.
‘Ik denk niet dat veel mensen hadden verwacht dat Koen Bijen, Tjep Hoedemakers en Dennis Warmerdam zo hoog op de topscorerslijst zouden staan. Dat komt door onze manier van spelen en de power die we leveren. We spelen vanuit de kwaliteiten van de spelers. Koen is gevaarlijk in en rondom de cirkel, Dennis heeft een neusje voor de goal en Tjep komt er vaak met power overheen. Het is aan mij, Eric en Marieke om ervoor te zorgen dat iedereen op de beste manier kan renderen.’
Hoe zit het programma er voor de komende periode uit?
‘We hebben nu twee weken vakantie. Goed om even mentaal fris te worden. Het is wel duidelijk dat het nu even op is. De jongens van Bloemendaal bijvoorbeeld, die zijn aan één stuk doorgegaan na de play-offs. Na die twee weken hebben we een trainingsblok van twee weken waarin we moeten knallen.’
De afgelopen periode is loodzwaar geweest, met tien interlands in 26 dagen. Heb je nog overwogen om de spelers langer vrij te geven?
‘Een hele zomer vrij en dan pas in september weer bij elkaar komen, zag ik niet zitten. We hebben elkaar de afgelopen weken weliswaar veel gezien, maar daarvóór twee maanden niet. Het is belangrijk dat we elkaar vaak blijven zien. De tactische informatie moet blijven plakken. Daar moet je over blijven praten en op blijven trainen. We hebben de afgelopen weken eigenlijk heel weinig trainingsuren gemaakt, omdat we van wedstrijd naar wedstrijd hebben toegewerkt. Dat heb ik wel gemist aan deze periode, het trainen op bepaalde situaties, zoals verdedigend de individuele duels beter te maken. Dat aspect van ons spel zag je op een gegeven moment toch wel verwateren.’
Zoals bekend zitten er nog een paar gelouterde internationals in de wachtkamer bij Oranje, zoals Robbert Kemperman, Sander de Wijn en Jeroen Hertzberger. Heb je recent nog contact met ze gehad?
‘Ik heb met ze afgesproken dat we na de zomer weer verder praten. Ik maak nu geen gebruik van ze, omdat ik het op dit moment belangrijker vind om deze groep beter te maken. Sommige spelers moeten op bepaalde posities laten zien wat ze kunnen. Dat gaat moeilijker als ik andere jongens ineens eerder terughaal.’
Is het niet raar dat er na de zomer mogelijk jongens aanhaken die de hele opbouwfase van de afgelopen maanden niet hebben meegemaakt?
‘Vind ik niet. Deze jongens hebben veel ervaring. Mochten ze aansluiten, denk ik dat ze zich snel kunnen aanpassen aan het internationale niveau. Ze zullen wellicht enige trainingsachterstand hebben, maar dat kunnen ze snel goedmaken. Daar ben ik niet bang voor.’