Joep de Mol: ‘We zitten nog niet op olympisch niveau’

Het was slecht, slordig en slap vóór rust, en slecht, slordig en enerverend ná rust. De kraker tussen de Oranjemannen en België van dinsdagavond was er eentje van uitersten, met een Nederlands elftal dat uiteindelijk op karakter een 0-1 achterstand omboog in een 3-1 zege. ‘We moeten kritisch zijn: dit was niet goed’, weet doelpuntenmaker Joep de Mol.

Zoals Paul van Ass, bondscoach van de Oranjevrouwen, afgelopen maandagavond al tijdens de rust klaagde over het vertoonde spel tegen België, zo toonde ook zijn vakgenoot Jeroen Delmée zich uiterst kritisch op de eerste dertig minuten van zijn ploeg tegen regerend olympisch kampioen België. ‘Ons vaardigheidsniveau ligt vandaag onder nul’, zo foeterde de bondscoach in het Engels voor de camera van de FIH. En daar was geen woord aan gelogen.

‘Nee, het was niet goed’, zegt Joep de Mol, die samen met Jip Janssen en Tijmen Reyenga de Oranje-productie verzorgde tegen de Red Lions. ‘De warming-up was al heel tam. Ons spel was in de eerste helft slordig. Net als tegen Duitsland twee dagen geleden. Als je steeds de bal kwijtraakt, dan wordt een wedstrijd heel lastig en zwaar. Als we ballen niet fatsoenlijk aannemen, dan kunnen we nooit ons eigen spel spelen. Gelukkig hebben we het in de tweede helft nog op karakter en vechtlust kunnen omdraaien. Toen werd het tenminste nog leuk om naar te kijken.’

Joep de Mol geeft Thibeau Stockbroekx, zijn ploeggenoot bij Oranje-Rood, het nakijken. Foto: Willem Vernes

Op de vraag hoe het kan dat Oranje zo beroerd aan de kraker met de Belgen begon, heeft De Mol geen pasklaar antwoord. ‘Als ik het had kunnen verklaren, had ik het kunnen omdraaien. Het is een gebrek aan focus, denk ik. Het is in elk geval goed dat het nú gebeurt, en niet over ruim een maand, in Parijs.’

Heerlijke sologoal

De Mol had zelf een groot aandeel in de remontada tegen de Belgen. Nadat Jip Janssen uit een strafcorner de 0-1 van Tom Boon onschadelijk had gemaakt, zette Tijmen Reyenga Oranje in de 45ste minuut op voorsprong met een heerlijke flats op aangeven van Floris Middendorp. Daarna tilde De Mol de score naar 3-1, op een wel heel fraaie manier.

Met nog negen minuten op de klok in het vierde kwart en een 2-1 tussenstand ontving de verdediger aan de rechterkant van het veld de bal van Seve van Ass, ergens halverwege de 23-meterlijn en de middenlijn. Amper twaalf seconden later klonk er gejuich vanaf de tribunes en stond er ineens 3-1 op het bord: met de bal aan zijn stick geplakt was De Mol – met Thibeau Stockbroekx in een kansloze achtervolging – het halve veld overgestoken, om vervolgens doeltreffend uit te halen.

De Mol viert zijn derde interlanddoelpunt. Foto: Willem Vernes

‘Vanaf eigen helft ben ik gaan rennen, zonder na te denken’, haalt een glunderende De Mol het moment terug. ‘Op een gegeven moment maakte ik een versnelling en opende het veld zich een beetje voor me. Ik kon flink wat meters maken. Dan zijn die lange stelten van mij toch nog ergens goed voor, haha. Ik raakte de bal niet eens vol, maar hij vloog wel mooi in het hoekje.’

Met de armen wijd uit elkaar rende De Mol na zijn treffer nog eens tientallen meters door richting de tribune aan de lange zijde, zo blij was hij met zijn treffer. ‘Ik scoor gemiddeld één keer in de vijftig interlands, dus dan mag je er best van genieten toch?’

Nog genoeg huiswerk

Door de 3-1 zege op België is Oranje nog altijd in de race om de Pro League voor het derde seizoen op rij te winnen. Met nog twee duels te gaan – opnieuw tegen Duitsland en België, allebei in het Wagener – staan de mannen van Delmée nog vier punten achter op koploper Australië, dat al is uitgespeeld. Twee keer winnen betekent de eindzege. Komt Oranje in punten gelijk met de Kookaburras, dan gaat de Pro League-beker mee Down Under, aangezien Australië in dat geval meer wedstrijden heeft gewonnen.

De Mol geniet na van zijn treffer tegen België, met om hem heen Floris Middendorp (links), Thijs van Dam en Floris Wortelboer. Foto: Willem Vernes

De Mol: ‘Het winnen van de Pro League is uiteraard niet het hoofddoel van deze zomer. Maar we willen ieder toernooi waaraan we meedoen wel winnen. We willen de Pro League ook gebruiken om beter te hockeyen met elkaar. Als ik eerlijk ben lukt dat nog niet zoals we willen. Vóór de duels met Duitsland en België hadden we vier maanden niet met elkaar samengespeeld. Het is utopie om dan te denken dat we meteen op olympisch niveau zijn. De komende wedstrijden moeten we meer naar elkaar toe groeien, stappen maken met elkaar en kritisch blijven kijken naar hoe we wedstrijden aanvliegen. Er wacht ons nog genoeg huiswerk.’

Klik op de afbeelding voor een grotere weergave.