Max Caldas: ‘Mensen beseffen in Nederland niet hoe goed ze het hebben’
‘Ik heb achttien jaar geleden een bewuste keuze gemaakt om naar Australië te gaan. Die keuze is goed uitgevallen’, concludeert bondscoach Max Caldas, geboren in Buenos Aires, die de keerzijde kent van zijn keuze. ‘Mijn zus heb ik dinsdag voor het eerst in twee jaar weer gezien. Ik mis mijn familie nog elke dag.’
Met zijn hand wijst de Nederlandse bondscoach op het complex van Cenard in Buenos Aires achter zich, na de training van Oranje. ‘Daar heb ik altijd gehockeyd. Dat is mijn club.’ Hij is op twintig minuten rijden, ten noorden van het complex van de Argentijnse hoofdstad geboren in San Isidro.
Vanaf zijn zesde hockeyde hij. Daarnaast tenniste hij, deed hij op school rugby en met vrienden sporten als voetbal, volleybal en basketbal. Vanaf de B-leeftijd koos hij exclusief voor het hockey. Met succes, hij hockeyde twee keer de Olympische Spelen met Argentinië en won als coach van de Oranje Dames goud op het EK, de Olympische Spelen in 2012 en het WK in Den Haag. Met de Oranje Heren won hij twee keer het EK en pakte hij zilver op het WK in India. Deze week is hij weer even thuis, op de plek waar werd geslepen aan zijn eigen internationale hockeycarrière, zoals het Nederlands elftal nu doet. Hij was hier leerling, nu is hij de meester.
‘Dit complex waar we nu op staan is het Papendal van Argentinië. Hier trainden we altijd met het Argentijns elftal. Hier was het altijd thuiskomen. Deze omgeving ken ik heel goed. Het is niet de eerste keer dat ik hier als coach van Oranje terugkom, dus die eerste glans is eraf. Maar het is heel fijn om hier zondag school- en clubvrienden en oude teamgenoten van het Argentijnse team allemaal te zien.’
Een trotse Nederlander die in Argentinië is geboren
De mensen in Argentinië zijn deze week druk bezig om de tribunes af te maken. Ze zeggen dat er straks vierduizend mensen kunnen zitten. De kaarten zijn al dagen uitverkocht. ‘Als er tienduizend plekken waren, was het ook uitverkocht. Het wordt een pittig potje. Met hoorbaar publiek. Schitterend voor ons om te spelen. De Pro League is qua sfeer en wedstrijden altijd spannend geweest tot nu toe en gaat hier weer een hoogtepunt beleven. Of de mensen met fruit gaan gooien? Nee, ze zijn emotioneel, willen graag zingen en zien dat Argentinië wint. De mensen zijn wat expressiever, het kan zijn dat ze gaan schelden, omdat ze hun team willen helpen, om ervoor te zorgen dat ze hoe dan ook winnen.’
‘Alles’ vindt Caldas mooi aan Buenos Aires. De stad, de mensen, het eten, de voetbalgekte. Vaak vindt Caldas het vervelend als hij in de media als ‘De Argentijn’ wordt geportretteerd. Het is een feit dat daar zijn roots liggen, wat voor wereldburger Caldas ook is, met een jeugd in Argentinië.
Daarna woonde hij in Australië en landde hij als mens bij hockeyclub Klein Zwitserland, waar oud-international Ties Kruize fungeerde als zijn hockeyvader. Als hockeyer was hij een Argentijnse verdediger met een keiharde pass. Als coach is hij beïnvloed door veel verschillende culturen. Hij zegt nu zelf dat hij een trotse Nederlander is die in Argentinië is geboren.
‘Ik hou niet van stempels. Je bent wie je bent’, vindt hij. Zijn hockeyvisie is volgens Caldas een combinatie van Argentinië, Australië en Nederland. Hoe hij is opgevoed thuis? ‘Vooral heel goed luisteren. Niet over alles een mening hebben als je niet weet wat je het over hebt. Iedereen respecteren en nederig zijn. Behulpzaam zijn naar de mensen. Die lessen neem ik mijn hele leven mee.’
‘Ik ga niet zeggen dat ik hier nooit terugkeer’
Het vurige in zijn karakter als Argentijns bestempelen, is dan ook niet aan Caldas besteed. ‘Het is niet waar. Wij doen altijd alsof de Argentijnen de enige zijn die gepassioneerd zijn. Dat is bullshit. Argentijnen uiten hun emotie veel meer naar buiten. Nederlanders zijn ook gepassioneerd, maar gecontroleerder in hun emotie. Terwijl het gevoel hetzelfde is. Nederlanders zijn zeer gepassioneerd over hun hockey, over Oranje, over hun club. Alleen uiten zij het op een andere manier. Dat is het verschil.’
Een jaar naar het buitenland gaan werd een half leven, dat hem behalve succes in het hockey persoonlijk geluk bezorgde. Hij woont met zijn vrouw en vier kinderen in Leiderdorp, voor hem de meest belangrijke mensen in zijn leven. Maar toch: ‘Ik mis mijn Argentijnse familie nog elke dag. Ik bel en skype elke week met mijn familie en in het geval van mijn grootste zus heb ik haar deze week voor het eerst in twee jaar gezien. En zo er zijn er wel meer mensen die ik al lang niet heb gezien.’
De deur naar een terugkeer naar Buenos Aires zal hij daarom nooit helemaal dichtgooien. ‘Ik ga niet zeggen dat ik hier nooit terugkeer. Je weet niet wat het leven voor je in petto heeft. Maar ik ben op dit moment trots en blij waar we wonen met vrouw en kinderen. Ik heb achttien jaar geleden een bewuste keuze gemaakt en die is goed uitgevallen.’
Caldas heeft naar eigen zeggen een topjeugd gehad in Argentinië, op school en de universiteit. Met een leuke club waar hij elke moment van de dag te vinden was en zeer gelukkig was. Maar net als andere Argentijnen – zoals hockeycoach Alex Vega – wist Caldas ook gelukkig te zijn buiten Argentinië.
‘Wij hebben het zó goed voor elkaar in Nederland’
Het uitgestrekte land was ooit het beloofde land, met veel natuurlijke bronnen en genoeg rijkdom. Argentinië stond in 1950 nog tussen België en Frankrijk op de dertiende plaats van rijkste landen. Daarna was het vooral kommer en kwel voor het land, dat nooit haar potentie bereikte. In 1955 stuurde het leger 34 vliegtuigen naar het beroemde Plaza de Mayo in Buenos Aires en bombardeerde daar de eigen burgers. In 1976 eindigde de democratie in Argentinië met de staatsgreep van dicator Jorge Videla. In 1990 was er 1344 procent inflatie. Het land beleefde vijf grote crises sinds 1980. Politiek en economisch verkeert het beloofde land vaak in een permanente chaos*.
Caldas, geconfronteerd met de moderne geschiedenis van zijn geboorteland, weet dat er héél veel gebeurd is in Argentinië. ‘Alles wat je maar kunt bedenken van wat gek en raar is. Nu woon ik al zo lang in Nederland. Dat is zo’n ongelofelijk mooi land. Wij hebben het zó goed voor elkaar in Nederland, dat beseffen de mensen echt niet. Wij moeten in Nederland echt minder zeiken over al die kleine dingen.’
*Bron: Boek Ooit hadden we een vaderland. Jan Edward Craanen