Meijer ‘opeens’ mee naar Parijs: ‘Ook ik rekende er niet op’
Het was niet zijn allergelukkigste wedstrijd. Maar het was zondag wel een bijzondere dag voor Derk Meijer. Hij keepte in het Pro League-duel met België (5-3 nederlaag) zijn eerste interland in een half jaar. Zijn eerste optreden als officiële tweede keus van Oranje.
Het applaus klatert nog van de tribunes in het Wagener Stadion. Een laatste aanmoediging van het publiek uit Amsterdam richting de Olympische Spelen. Een steun in de rug, met minder dan een maand voor de boeg voordat de eerste wedstrijd in Parijs een feit is. Meijer laat het rustig over zich heenkomen. Het past in de beleving van de doelman. Nuchter, no-nonsens, niet gek laten maken. Met beide voeten – of in zijn geval keepersklompen – stevig in de Hollandse klei.
De enerverende strijd met België is dan net voorbij. Het laatste duel van dit Pro League-seizoen, waarin Meijer dus zijn optreden mocht maken. Hij heeft een beetje een dubbel gevoel na zijn twaalfde interland. Eerst de positieve kant van het verhaal: ‘Ik ben er blij mee dat ik er vandaag mocht staan’, zegt Meijer. ‘De laatste keer dat ik een interland speelde, was in de winter, in India. Sowieso voelde het lang geleden dat ik een wedstrijd had gespeeld. Ik was er helemaal niet mee bezig of ik tijdens deze vier wedstrijden nog in actie zou komen. Als het anders was geweest, had ik het ook begrepen.’
Hij draait zich eens om, terwijl stadionfeestnummer ‘Liberté’ over de tribunes schalt. Neemt de sfeer eens goed in zich op. ‘Supermooi. Volle bak, thuis tegen België, een gave tegenstander. Ik heb al eerder tegen ze gekeept, tijdens mijn debuut. Maar toen was het leeg, in de coronatijd. Dit was een van mijn eerste wedstrijden in een vol Wagener.’
Waarom zijn mijlpaaltje geen kleur kreeg
Na het Pro League-duel van vorig jaar tegen Nieuw-Zeeland was het zijn tweede, om precies te zijn. Maar dat mijlpaaltje kon Meijer zondag weinig kleur geven. De mensen op die overvolle tribunes zagen hem tot zijn eigen teleurstelling meer ballen vissen, dan tegenhouden. Voordat hij een bal kon keren, had België er al drie inliggen.
Naast het zondagsschot van Thibeau Stockbroekx – een backhand vanaf de achterlijn – en een strakke backhand van Nicolas De Kerpel liet Meijer ook een sleeppush van Alexander Hendrickx door. ‘Die ging door mijn benen. Dat was mijn fout, dat had mijn bal moeten zijn. En die andere goals, tja. Die schoten ze mooi binnen. Maar ik vind dat je er altijd iets aan kan doen. Ik ben op zich wel goed in het loslaten. Doorgaan naar het volgende moment. Zo heb ik het benaderd. En na rust heb ik volgens mij geen bal gehad. Dus ja, ik was steady. Maar dat was ook niet zo moeilijk.’
Het was voor Meijer daardoor een rare wedstrijd. Dat gold eigenlijk voor heel Oranje. ‘We speelden goed, aan de bal was het allemaal oké. Maar we kregen ook vijf goals tegen. Dat mag nooit gebeuren. Ze vielen te makkelijk. Aan beide kanten staan wereldspitsen. Als je dan niet goed verdedigt en keept, gaat het hard.’
Helemaal als zo’n spits de bal niet eens heeft aangeraakt. Het hele stadion zag dat de Belgische aanvaller Nelson Onana in de voorlaatste minuut bij de 5-3 de bal niet toucheerde. Maar de video-scheidsrechter draaide de toegekende goal niet terug. ‘Ik snapte niet zo goed dat er al een goal werd gegeven, voordat de video werd bekeken. Het is zonde van de wedstrijd. Hierdoor was het gespeeld.’
De veranderde hiërarchie bij de Oranje-keepers
Met die opmerkelijke treffer kan er een streep door onder dit Pro League-jaar, waarin Nederland tweede werd. Oranje kan zich nu echt helemaal richten op de Spelen. En daar is Meijer, tot zijn eigen verrassing, bij als reserve.
Opmerkelijk. Want de Delftenaar weet niet beter dan dat hij derde keus was, achter Pirmin Blaak en Maurits Visser. Terwijl die twee knokten om de eerste plek, werd Visser ingehaald door Meijer. ‘Dat had ook ik dus niet verwacht. Mijn rol was op zich duidelijk. Tot dat moment. Wist dat ik geduld moest hebben. Zo werkt het als keeper.’
‘Natuurlijk ben ik er blij mee. En ja, het ging wel goed in de tweede seizoenhelft. Maar ik had er niet op gerekend. Ik was sowieso niet zo aan het rekenen. Dat is misschien apart bij zo’n selectiemoment. Het was ook wel lekker. Ik had niets te verliezen. Het went ook wel weer vrij snel, omdat je de groep al zo goed kent. Dat verandert niet.’
Hij praat geregeld met eerste keeper Blaak over de reserve-rol. Blaak was in 2012 en 2016 reserve bij Oranje op de Spelen en gaat nu voor de tweede keer mee als eerste keus. ‘Aan de ene kant moet je alles maar op je af laten komen. Aan de andere kant moet je klaar staan, als er wat moet gebeuren. Ik kijk het meest uit naar het moment waarop ik hopelijk die jongens een medaille zie pakken. Daar wil ik graag – op mijn manier als reserve – aan bijdragen.’