Oranje speelt met olympisch aantal: ‘Wilden we graag uitproberen’

Natuurlijk wisten we al dat dit jaar alle pijlen bij de Oranjemannen gericht zijn op de Spelen in Parijs. Maar dinsdag in het Pro League-duel met Spanje (3-0 zege) werden de olympische omstandigheden wel heel nadrukkelijk nagebootst. Nederland trad aan met een selectie van zestien man, net als in de zomer straks het geval is.

‘Ergens in het eerste blok van vier wedstrijden wilde ik dit graag uitproberen’, vertelt bondscoach Jeroen Delmée vanuit het spelershotel in Bhubaneswar, waar Oranje inmiddels tien dagen zit. ‘Het wisselschema is anders met een man minder. Spelers worden gemiddeld meer belast. Het is goed om dat te ervaren, omdat we in Parijs hier ook mee te maken krijgen. Er is een kans dat we straks in het tweede wedstrijdblok daar nogmaals mee gaan oefenen.’

De wedstrijd tegen Spanje was de eerste goede mogelijkheid om dat te doen. Oranje begon vorig weekend met twee wedstrijddagen (tegen Ierland en India) aan z’n Pro League-trip. ‘Dat was qua belasting niet ideaal om met z’n zestienen te spelen. Voor onze wedstrijd tegen Spanje zat een rustdag, dus dat kwam beter uit’, stelt Delmée, die dinsdag Guus Jansen de eerste drie kwarten aan de kant hield. 

De jonge aanvaller werd pas ingezet toen Steijn van Heijningen na het derde kwart geblesseerd uitviel met klachten aan zijn buikspieren. Delmée constateerde dat zijn mannen het zwaar hadden tegen Spanje. ‘Ik vond het onze minste wedstrijd die we hier hebben gespeeld. Maar dat lag niet alleen aan het aantal wissels. Het was onze derde wedstrijd in vier dagen. Daarnaast was de luchtvochtigheid hoog. Het werd een renwedstrijd, waarin we te veel kansen weggaven. Spanje kwam vaker in onze cirkel dan andersom. Dat heb ik sinds ik bondscoach ben nog niet vaak meegemaakt.’

Steijn van Heijningen viel dinsdag geblesseerd uit tegen Spanje. Foto: Worldsportpics/Rodrigo Jaramillo

‘Wielrennen zonder oortjes’

Dat er straks in Parijs maar zestien spelers per wedstrijd worden gebruikt, is een feit dat Delmée niet kan veranderen. ‘Maar het heeft wel wat aparts dat je op het allerbelangrijkste moment geen gebruik kan maken van de beste mogelijkheden. Hockey is de laatste jaren een explosieve sport geworden. Die ene veldspeler meer of minder, dat merk je wel. Het is net als bij de olympische wegwedstrijd bij het wielrennen, waar ze in Tokio geen gebruik mochten maken van oortjes. Terwijl dat de rest van het jaar wel kon.’

In India speelt Nederland maar liefst acht duels, waarvan de eerste drie achter de rug zijn. Die wedstrijden moest Tijmen Reyenga laten schieten. De vleugelverdediger van Oranje-Rood heeft hamstringklachten, vertelt Delmée. ‘We gaan geen risico’s nemen. Dat geldt ook voor de blessure van Steijn. We willen straks ook dat de jongens weer fris het vliegtuig in kunnen stappen.’

Keeper Pirmin Blaak vliegt eerder terug dan de rest van de selectie. Foto: Worldsportpics/Sankalp Tripathi

Waarom Blaak eerder teruggaat

Pirmin Blaak vliegt iets eerder terug dan de rest van de groep. De doelman, al jaren eerste keus bij Oranje, gaat na de wedstrijd van vrijdag tegen Australië terug naar Nederland. Zijn directe concurrent Maurits Visser en derde doelman Derk Meijer verdelen de vier overgebleven wedstrijden. ‘Door vervelende familieomstandigheden heeft Maurits tijdens onze stage in Zuid-Afrika minder gekeept dan we van plan waren. Daarom geven we hem hier wat meer speeltijd. Voor Derk is het goed om betrokken te blijven. En daardoor was het prima dat Pirmin na het eerste blok teruggaat. Ook omdat hij kortgeleden vader is geworden.’

Volgende week treedt Nederland nogmaals aan tegen Ierland, India, Spanje en Australië. Op 25 februari staat de laatste wedstrijd gepland. ‘Het is pittig, maar ik vind het vooral nuttig’, stelt Delmée. ‘Tegen India gingen we niet zorgvuldig om met onze kansen. Tegen Spanje vond ik juist dat we te veel mogelijkheden weggaven. Het is goed dat dit nu wordt blootgelegd. Daardoor beseffen we dat we er nog niet zijn.’