Oranjemannen in verhitte burenruzie naar Pro League-prolongatie
De Oranjemannen hebben dinsdagavond hun Pro League-titel geprolongeerd. In Antwerpen won de ploeg van bondscoach Jeroen Delmée met 4-2 het beslissende duel van België, de enige overgebleven rivaal in de landencompetitie. Nederland was het grootste deel van de verhitte wedstrijd niet beter, maar sprong veel zuiniger met z’n kansen om.
De high-fives werden in de laatste minuut al uitgedeeld op de bank. De reserve-spelers stonden al. Hun tenen grenzend aan het veld. Ze klapten hun handen stuk na een felbevochten strijd. Een paar seconden later drukten ze elkaar op het veld in de armen. Een knuffel. Een schouderklop. Geen dolle vreugde, wel dikke tevredenheid. Ze hadden ‘m binnen. Het eerste prijsje van de zomer.
Het verschil was bizar groot met het begin van deze Pro League-campagne van Oranje. Die begon namelijk op 14 december met een domper van jewelste. In Argentinië kreeg Nederland met 3-0 een draai om de oren van Groot-Brittannië. Pijnlijk met een hoofdletter P, een maand voor het WK in India. Die stroeve vertoning bleek geen incident. Van de vier wedstrijden in Zuid-Amerika won de regerend Europees kampioen er maar eentje.
De herinnering aan die trip was allang vervaagd, toen Nederland een maand geleden de Pro League-draad weer oppakte in Eindhoven. Twaalf duels binnen vier weken. Ga er maar aanstaan. Het zorgde voor veel wisselingen in de groep, waar bijna alle sterren van Bloemendaal en Kampong eerst nog vrijaf kregen. Het regende nieuwkomers en ook af en toe tegendoelpunten, zoals bij de vrij gênante 7-2 nederlaag tegen Australië.
De apotheose van de propvolle zomer
Nederland worstelde, zoals tijdens de moeizame dubbel tegen Spanje in Londen, die – dat dan weer wel – vijf punten opleverde. Zo pakte Oranje keurig zijn puntjes, haakten er jongelingen zoals Floris Middendorp en Max de Bie mooi aan en kwam er steeds meer schwung in de groep. Ze raakten in de winning mood. Een gevoel dat Nederland uit Amsterdam meenam naar Antwerpen, waar België zaterdag hard (6-1) op z’n nummer werd gezet.
De apotheose van die propvolle zomermaand was geweldig. Een echte finale. Een betere voorbereiding op het EK, met het felbegeerde olympisch ticket, was amper denkbaar. Nog een keer de baas zijn in het hol van de leeuw, waar België moest winnen om Nederland van een nieuwe Pro League-titel af te houden.
En Oranje sloeg nog een keer toe.
Na een houdgreep die vijf minuten duurde, was het nota bene Arthur De Sloover die de openingstreffer van Nederland inleidde. De verdediger van Oranje-Rood verloor in de opbouw de controle over de bal. Dat was ook de verdienste van Thijs van Dam, die de Belg opjoeg. De Sloover leverde in bij de rappe aanvaller van Rotterdam, die een paar passen zette en heerlijk in de verre hoek raak flatste. Het paste wel een beetje bij het spel van België, dat dreigende momenten afwisselde met slordigheidsfouten, die we niet van de regerend olympisch kampioen gewend zijn.
Het klotsende bier
Veel kansen waren er niet. Toch hoefde het publiek zich aan het Wilrijkse Plein niet te vervelen. Zeker niet tot het moment dat er een heus opstootje plaatsvond, toen Floris Middendorp iets te enthousiast doorliep op Antoine Kina. Binnen een paar tellen had een man of vijf het met elkaar aan de stok. Toen de stofwolken waren opgetrokken, moest Middendorp met een groene kaart gaan zitten.
Het versgetapte speciaalbier klotste nog na op de tribune, toen België stormachtig begon aan kwart twee. Florent Van Aubel en Thibeau Stockbroekx – beiden actief in de Hoofdklasse – namen het doel van Oranje onder vuur. Onder de lat van dat doel stond weer eens Pirmin Blaak, die vanwege zijn aanstaande vaderschap geen eerste keeper wordt op het EK.
Blaak hield stand bij de eerste corner van specialist Alexander Hendrickx, maar op poging twee moest hij het antwoord schuldig blijven. Het stadionnetje in het zuiden van Antwerpen ontplofte. Het publiek veerde op van z’n klapstoeltjes en ging als één man achter z’n helden staan. Het kabaal ging binnen twee minuten alweer liggen, toen Jip Janssen de eerste Nederlandse poging van kop cirkel ook raak pushte. Nederland, dat het grootste deel van de eerste helft onder druk stond, had met z’n dodelijke efficiënte de voorsprong weer te pakken.
De naslaan-beschuldiging in een voetbalsfeertje
En Oranje slaagde er zelfs in om nog voor rust uit te lopen. Een hoge bal van Derck de Vilder belandde via de ongelukkige Arthur Van Doren bij Tjep Hoedemakers, die Thierry Brinkman een niet te missen kans op 3-1 bood. Voor de duidelijkheid: Brinkman miste ‘m ook niet en tikte de derde Oranje-goal binnen. Het gebeurde allemaal in een heerlijke wedstrijd, met een bizar hoog tempo en de nodige emoties.
Lars Balk deelde uit, aan de overkant deed Victor Wegnez hetzelfde. Hoedemakers moest naar de kant, omdat Hendrickx hem hard raakte op de knie. Zelfs in de rust bleef het nog even onrustig, toen Terrance Pieters weggehaald werd bij een groepje Belgische spelers en Balk boos verhaal haalde bij de arbitrage. Bondscoach Delmée repte in de lange pauze voor de camera’s van de organisatie zelfs over naslaan van De Sloover.
De rust was amper voorbij en wedergekeerd, toen België vlak na rust weer een corner verkreeg. Nummer vier inmiddels voor Hendrickx. Voor de tweede keer sleepte de Pinoké-verdediger raak, ditmaal door de legguards van Blaak. Het zorgde bijna voor een Zuid-Amerikaans, voetbalachtig sfeertje. Antwerpen veranderde even in Buenos Aires aan de Schelde. Het publiek schakelde een toonhoogte bij en creëerde, jawel, een echte heksenketel. Eentje die op het WK in Bhubaneswar maar zelden voelbaar was.
Geen doel, wel de opdracht van de laatste week
Ondertussen denderde de wedstrijd voort en bleef België gevaarlijk. Levensgevaarlijk zelfs, toen John-John Dohmen vrij opdook voor Blaak. De routinier miste en dat gaf daardoor zijn bijzondere dag geen extra cachet. Dohmen is vandaag op gelijke hoogte gekomen met Teun de Nooijer, als speler ter wereld met de meeste interlands: 453. De thuisploeg nam de touwtjes vrij strak in handen, maar kwam niet veel verder dan een gemiste tip-in van groeibriljant Nelson Onana.
België bloeide en leefde meer. Zoveel meer dan zaterdag toen de mannen van Michel van den Heuvel uitblust en op hun retour leken. Daar was drie dagen geen later – met een iets jongere ploeg – geen sprake meer dan. Waar de 3-3 lang in lucht hing, viel-ie heel plotsklaps aan de andere kant. Boris Burkhardt, een minuut eerder ingevallen, pushte vanaf de rand van de cirkel de vierde voor Nederland binnen. Er was enige twijfel, maar de veldgoal van de Amsterdam-aanvaller telde. Een enorme dreun voor het betere België, dat nu drie keer moest scoren om Nederland van de Pro League-titel af te houden.
Dat bleek zelfs voor de gouddelvers uit Vlaanderen en Wallonië een onmogelijke opdracht. Nederland pakte de 4-2 zege en tilde een paar minuten later de Pro League-beker opnieuw de lucht in. Een prijs die geen doel was, maar in het laatste weekend wel een opdracht werd. Belangrijker nog zijn de tikjes die Oranje heeft uitgedeeld aan België en ook Duitsland. Een Nederlands elftal dat steeds minder groen is en hoopvol kan toeleven naar het EK. Want daar wordt pas de echte hoofdprijs van deze zomer verdeeld.