Pechvogel én positivo Felice Albers: ‘Wil bij de groep zijn’
Ze had haar zinnen gezet op deze week. Al maanden leefde Felice Albers toe naar haar rentree op de velden. Naar haar eerste minuten sinds de gouden olympische finale. In Valencia moest het gebeuren. Maar door een stom ongelukje moet ze haar rentree uitstellen.
Vanaf een plastic stoel aan de rand van het veld moedigt ze haar teamgenoten aan bij een afwerkoefening. ‘Lekker Ma!’, roept ze als Maria Verschoor een bal erin rost. ‘Kiertjuhh’, klinkt het later als ook Kyra Fortuin scoort. Haar enthousiasme schalt over het hockeycomplex in Valencia.
Maar goed, dat aanmoedigen was niet waarvoor Albers zaterdag in het vliegtuig stapte. Een uitglijder afgelopen dinsdag hielp haar plannen om zeep. ‘Ik wilde een bal wegprikken’, haalt Albers het moment terug. ‘Terwijl ik dat deed, viel ik over een been. Ik wilde mijzelf opvangen, maar mijn duim kwam onder mijn stick terecht. Krak. Ik hoorde het geluid. Ik riep gelijk: dokter, ik heb iets gebroken.’
Ik kan weinig zelf. De één vlecht mijn haar, de ander helpt tijdens het aankleden. Dat raakt me. Felice Albers
Inmiddels zit er gips omheen. Over twee weken mag ze ‘m gaan bewegen. ‘Het is een mooie breuk’, zegt Albers. ‘Hij had ook in allemaal kleine stukjes kunnen barsten.’ De aanvallende middenvelder zegt het met een lach. Maar achter die lach zit een bak met teleurstelling.
‘Mijn knie en rug waren overbelast’, legt Albers uit. ‘Daarom heb ik de eerste seizoenshelft niet kunnen spelen. Ik heb superhard gerevalideerd. Trainde in december alleen door om net zo fit te kunnen zijn als de rest. Om weer mee te kunnen doen. En ja, ik was heel erg fit. Stond lekker te ballen. Haalde mijn oude niveau. Dat is misschien wel het allervervelendste. Het moment is zo ongelukkig. Dan is dit, netjes gezegd, een hele grote domper.’
Ik heb de Spelen en alles wat daarna kwam een plekje kunnen geven. Felice Albers
Bovendien stond ze er mentaal ook weer goed voor. ‘Het koppie was weer leeg. Ik heb de Spelen en alles wat daarna kwam een plekje kunnen geven. Uiteindelijk overheerst nu de trots op de gouden medaille. Er is veel gebeurd en sommige dingen zijn nog best vers. Maar voor mij was de rust net weer teruggekeerd. En dan dit.’
Ze praat er vrij makkelijk over, op een muurtje in de Spaanse zon. ‘Ik ben ook altijd heel positief ingesteld. Ik wil er hier het beste van maken. Van alleen maar zeggen hoe kut het allemaal is, daarvan word ik ook niet beter. That’s life. Hoort ook bij topsport.’
‘Ik had na die breuk ook naar huis mogen gaan. Wilde ik niet. Ik wil bij de groep zijn. Er voor ze zijn waar ik kan, meemaken wat er gebeurt. De groep helpt mij ook.’ Weer die zelfspottende lach: ‘Ik kán ook weinig zelf. De één vlecht mijn haar, de ander helpt tijdens het aankleden. Dat is mooi aan het team. Dat raakt me.’
Meer dan twee wedstrijden
Oranje speelt vrijdag en zaterdag tegen Spanje in de Pro League. Maar de trip naar Valencia wordt meer dan alleen maar twee wedstrijden. Het is ook een moment waarop Oranje in een roerige periode, met het vertrek van Alyson Annan en het lopende onderzoek naar het prestatieklimaat, weer nader tot elkaar kan komen. Ze maakten de afgelopen dagen samen paella. Fietsen met elkaar door de stad. Hadden goede gesprekken en oog voor elkaar als mens.
‘Het is ook een soort van teambuilding’, zegt Albers. ‘Dit is heel anders dan trainen op Kampong en dat iedereen daarna naar zijn eigen huis gaat. Hier heb je tijd om leuke dingen te doen, elkaar beter te leren kennen. De andere kant van iemand te zien. Juist die bonding hebben we op dit moment nodig. Kletsen met elkaar in het park.’
Ze kijkt nog even naar haar arm. ‘Ah joh, ik weet wat revalideren is. Er komt nog genoeg aan dit jaar. Het WK bijvoorbeeld.’ En Albers heeft vorig jaar bewezen dat ze niet veel hoeft te spelen in Oranje om tijdens een groot toernooi goed te zijn. ‘Haha, thanks. Die houden we erin.’