Pruyser laat zich niet kisten door eenzame goal India en gemiste shoot-outs
Als topspits Mirco Pruyser vandaag een shoot-out moet nemen tegen Argentinië, gaat hij er gewoon staan. Ook al heeft hij er al drie op rij gemist. Ook die ene goal tijdens het WK – te weinig voor zijn statuur – is iets wat al van de harde werker is afgegleden, zegt hij.
Het Hilton in Buenos Aires. Hoog plafond in een lichte ruimte, honderden mensen aan chique tafeltjes. Dan een herkenbaar gezicht. Met een nog herkenbaarder beeld: de laptop voor de neus van Mirco Pruyser, de man met de immer serieuze maar ook vriendelijke frons in zijn gezicht. Zijn kleine computer draait overuren deze weken, het is spitsuur in zijn leven.
‘Ik ben alle Pro League-trips mee geweest. Stiekem geniet ik er natuurlijk ook van, maar mijn familie kan niet eens meer bijbenen of ik thuis ben of in het buitenland. Mijn zusje snapte laatst niet dat ik net uit Valencia kwam en twee dagen later weer weg moest. Waarheen dan, vroeg ze?’
De kleine laptop is op zijn hockeyreizen de trouwe metgezel van ondernemer Pruyser, die met teamgenoot Billy Bakker het bedrijf BP College runt. Elk jaar groeit BP College – de B staat voor Bakker, de P voor Pruyser. Nu moet Pruyser samen met zijn compagnon ook nog keihard werken in de vrije uurtjes die hij met Oranje heeft tussen de trainingen en de wedstrijden.
Er zijn twee nieuwe projecten die de twee hockeyers aanpakken in hun hotelkamers, als ze de scheenbeschermers hebben afgedaan. ‘Rondom de Pro League-wedstrijd mogen we Kids City’s invullen. We mochten pitchen en blijkbaar vond de hockeybond onze plannen mooi. Vaak zie je wat lege veldjes rond interlands, maar we willen het in korte tijd die ze hebben uitdagend voor de kids maken.’
Daarnaast is BP College nu bezig met een samenwerking met basisscholen uit onder andere Almere, Amsterdam en Eindhoven. ‘En dan moet ik tussendoor ook nog hockeyen’, lacht Pruyser. ‘Dit is gewoon zo’n hectische tijd. Mijn team (Amsterdam) heb ik eigenlijk sinds oktober niet meer gezien. De afgelopen vijf maanden ben ik bijna fulltime international. Dat is ook wel weer mooi natuurlijk. We hebben goed gepresteerd op het WK, het was alleen zonde van de finale. Je merkt dat iedereen alweer gemotiveerd is om de volgende stap te maken. Dat zie je aan de instelling bij iedereen. Echt niemand zeurt. Iedereen traint hard en lacht met elkaar.’
In Rio scoorde Pruyser één keer, in Bhubaneswar ook
Het verhaal van Mirco Pruyser is onderhand bekend. Een debuut in Oranje op 25-jarige leeftijd, nadat hij via Jongens A2 en Heren 2 van Amsterdam zich omhoog had gewerkt. Op de Olympische Spelen van Rio scoorde Pruyser één keer. Daarna ontwikkelde hij zich tot een zeldzame goalgetter. Een reeks van 35 doelpunten in 39 interlands volgde. De boomlange spits met zijn eigen stijl van hockeyen staat nu op 56 doelpunten in 96 interlands. Tussen Rio en het WK was hij op elk toernooi van Oranje de topscorer, wat bizar is voor een aanvaller die geen strafcorners sleept.
De topspits was vorig jaar genomineerd tot wereldspeler van het jaar 2017. In het Indiase Bhubaneswar werd werden dus meerdere goals verwacht van Pruyser, als een van de aanvallers waar echt naar werd gekeken. Maar verder dan één goal in de 7-0 zege tegen Maleisië, kwam hij niet.
‘Daar mag je me op afrekenen. Maar voor mijn gevoel hadden het ook vier goals kunnen zijn. Ik raakte de paal in de halve finale. Soms valt het niet. Ik had geen beter gevoel gehad als ik drie of vier goals had gemaakt. Ik was daar nu ook minder mee bezig. In Rio had ik het idee dat ik in het team niet kon laten zien wat ik kon. Dat was nu anders. Ik was meer met het team bezig, en het team draaide goed.’
‘We roepen steeds dat we een hecht team hebben, maar het is ook echt zo’
Eén momentje moet weleens door zijn hoofd schieten. De tweede helft van de finale tegen België. Hij draait naar zijn backhand en slaat vanuit een redelijk moeilijke hoek rechts in de cirkel hard naast.
‘Die had echt kunnen vallen, maar ik neem mezelf niets kwalijk. Als team zijn we het hele toernooi bij elkaar gebleven. Het was niet slecht, maar we hadden in de finale iets meer schijt moeten hebben. Meer lef. Zo voelt het. België stond helemaal ingezakt en wij waren te aftastend. Als ervaren spits had ik ervoor moeten zorgen dat de energie omhoog ging, dat we meer in de aanval moesten gaan. Maar misschien was de batterij wat leger van de halve finale de dag ervoor tegen Australië. We waren te mat.’
Pruyser blijft lang over de cohesie binnen het team praten. Om nog maar eens te benadrukken dat die eenzame goal van Bhubaneswar een totaal ander verhaal vertelt dan die eenzame goal van Rio. ‘We roepen wel steeds dat we een hecht team hebben, maar het is ook écht zo. Al langere tijd. We zijn nog steeds aan het groeien. Hoe ik dat merk? We zijn open, we bespreken dingen met elkaar, over hoe het beter moet. We moeten nu naar het volgende level.’
‘Ik blijf er heilig van overtuigd dat ik ze kan nemen’
Pruyser speelde zeker zijn rol op het WK in India. Neem alleen de manier waarop hij de assist verzorgde voor de belangrijk 1-1 in de kwartfinale tegen India. Met nog een paar seconden in het eerste kwart te spelen, grijpt Pruyser de bal, terwijl de Indiase verdediging niet op staat te letten. De topspits ziet Thierry Brinkman vrijstaan, die in de laatste seconde van het kwart het stadion stil krijgt.
Het enige waar Pruyser echt niet tevreden over kan zijn, is zijn rendement in de shoot-outs. Zijn laatste drie shoot-outs op internationaal niveau miste hij. In de halve finale van het WK tegen Australië, de finale tegen België en de Pro League-wedstrijd afgelopen week tegen Spanje.
Toch zal hij vandaag tegen Argentinië in het geval van shoot-outs zo weer achter de bal gaan staan, zegt hij. Er is ook geen reden, waarom de 1 meter 95 lange spits niet goed zou zijn in shoot-outs. ‘De laatste drie voor het WK scoorde ik allemaal wel. Natuurlijk kan ik er beter in worden. Maar ik blijf er heilig van overtuigd dat ik ze kan nemen. Persoonlijk maakt het me ook niet wat voor wedstrijd ik ze moet nemen.’
Pruyser analyseert de gemiste shoot-outs op het WK: ‘Bij Andrew Charter (Australië) in de halve finale stelde ik mijn beslissing te lang uit. Ik had eerder moeten handelen. En dan veegt-ie met zijn stick de bal over de achterlijn. Dat mocht blijkbaar, dat was een nieuwe regel. Bij Vincent Vanasch onderschatte ik dat hij me meteen ging aanvallen. Ik wilde indraaien met mijn kont, maar toen lag zijn stick er al. Die was niet goed genomen.’
Is het nog leuk om shoot-outs te nemen?
Toen shoot-outs net werden geïntroduceerd, was het een noviteit, een schitterende manier om een één tegen één te spelen tegen de keeper, binnen acht seconden. Minder een loterij dan strafballen. Nu we jaren later zijn, is de frisheid van wéér een shootout-serie er soms een beetje vanaf. Zoveel Pro League-wedstrijden eindigen ook met het fenomeen dat door sommige spelers alweer als loterij wordt bestempeld. Is het nog wel leuk om te nemen, is de vraag aan Pruyser?
‘Lastig. Met hockey is het wel echt moeilijk. Als je het vergelijkt met ijshockey: daar kun je makkelijker wenden en keren als speler. Hockeykeepers pakken meteen een hele grote stick. Het blijft moeilijk om in het hockey te variëren in de shoot-out. Als je hem vijf keer op een bepaalde manier hebt genomen, kun je dat niet blijven doen. Want de keepers analyseren dat ook. Ik heb het idee dat er bij ijshockey meer variatie is, omdat er meer dreiging is vanuit de kant van de speler.’
Pruyser mag dan zijn laatste drie shoot-outs hebben gemist. In zijn laatste vier wedstrijden tegen Argentinië was hij doeltreffend. In de Pro League scoorde hij tot nu toe twee goals in drie wedstrijden. Goede kans dat hij vandaag tegen Argentinië in Buenos Aires bij eventuele shoot-outs gewoon weer achter de bal gaat staan. Echte spitsen laten zich niet stoppen door een doelpuntendroogte, ook al heeft hij al drie shoot-outs op rij gemist. Die vierde moet zitten.