Underdog Brink gaat voor meer: ‘Ik wil eerste keeper worden’
‘Mijn doel is helder: ik wil uiteindelijk de eerste keeper van Oranje worden. Die ambitie steek ik niet onder stoelen of banken’, zegt doelman Hidde Brink overtuigend na zijn debuut voor het Nederlands elftal donderdag tegen Ierland (6-2 winst). Bij Pinoké maakt hij al jaren indruk, maar in Oranje moet hij Maurits Visser en Derk Meijer voor zich dulden in de strijd om de twee plekken op het EK in Mönchengladbach.
Normaal gesproken maakt bondscoach Jeroen Delmée pas de avond voor de wedstrijd zijn selectie bekend. Maar dat hij zijn eerste interland ging spelen, kwam voor Brink allang niet meer als een verrassing. Na de twee duels tegen India kreeg hij van video-analist Joep van Nuland alvast een laptop mee met daarop de beelden van Ierland. ‘Toen kon ik wel raden dat ik één van die twee potten tegen Ierland ging spelen’, lacht de sympathieke doelman van Pinoké. ‘Uiteindelijk kwam er een berichtje in onze keepersgroepsapp: ik mocht de tweede wedstrijd keepen. Heel mooi.’
Aan Brink kun je horen dat hij al 26 jaar is, relatief oud voor een debutant. Zijn uitspraken na de wedstrijd gaan verder dan alleen het bekende verhaal over hoe mooi het is om in een vol stadion te spelen en het Wilhelmus mee te zingen, zoals de meeste debutanten zeggen. Brink is niet bang om zijn ambitie uit te spreken. Hij is duidelijk over zijn doel: ‘Ik heb een langetermijndoelstelling. Het liefst zit ik natuurlijk al bij de EK-selectie, daar ga ik heel hard voor vechten. Maar haal ik het niet, dan is dat nog geen ramp. Ik richt mijn blik op de Olympische Spelen van 2028, in Los Angeles. Daar wil ik eerste keeper zijn.’

In de hiërarchie staat hij achter Maurits Visser en Derk Meijer
Drie topkeepers uit de Tulp Hoofdklasse vechten om de erfenis van Pirmin Blaak, die zijn interlandloopbaan beëindigde na het olympisch goud in Parijs. Lang leek Maurits Visser (30) voorbestemd om in de voetsporen van de legendarische doelman te treden. Hij was reserve achter Blaak op de Olympische Spelen van Tokio en keepte een geweldige EK-finale in Mönchengladbach in 2023. Maar toen was daar opeens Derk Meijer (28), die in de keepersrace langszij kwam en zelfs een kleine voorsprong nam. Hij was het die Visser aftroefde in de strijd om de rol van reservekeeper voor de Spelen van Parijs. Omdat Visser en Meijer onder Delmée de meeste speelminuten maakten, lijkt het EK voor Brink nog te vroeg te komen.
‘Hidde heeft het verdiend om eindelijk zijn eerste interland te spelen. Sinds het begin van dit seizoen traint hij al met ons mee. Voor zijn ontwikkeling is het goed dat hij nu door de spanning van die eerste keer heen is’, vindt bondscoach Delmée, die zijn keepers voor dit blok van acht Pro League-wedstrijden heeft opgesplitst in twee groepen. De eerste vier duels waren voor Visser en Brink. De tweede reeks gaat hij in met Meijer en Brink. Daarin speelt Nederland komende zaterdag en zondag in het Wagener Stadion tegen Argentinië en dinsdag en woensdag in Londen tegen Engeland.

De strijd om het EK ligt nog open. Maar we hebben allemaal kunnen zien dat Maurits de eerste drie wedstrijden heeft gekeept en Hidde pas één Bondscoach Jeroen Delmée
Gevraagd naar de status van Brink in de selectie zegt Delmée: ‘De strijd om het EK ligt nog open. Maar we hebben allemaal kunnen zien dat Maurits [Visser] de eerste drie wedstrijden heeft gekeept en Hidde pas één. Hidde is onze minst ervaren doelman. De kans is groot dat Derk [Meijer] in de volgende reeks gaat keepen. Laten we zeggen 99 procent. Hidde pikt misschien in Londen nog een potje mee. Ik heb Maurits en Derk deze keer bewust uit elkaar gehaald. Normaal gesproken zijn ze altijd samen. Nu moeten ze echt zelf de leiding nemen, zonder elkaar. Dit is hun kans om te laten zien wat ze waard zijn.’
In zijn eerste interland kreeg Brink eindelijk het podium om zich te bewijzen. Het was voor hem een duel met twee gezichten. Met name voor rust liet hij zien uit welk hout hij gesneden is. Tot twee keer toe voorkwam hij dat Oranje op achterstand kwam, op een schot van de Ier Alistair Empey en bij een strafcorner.
In het laatste kwart leken de benen van de Nederlandse internationals zwaarder te worden, waardoor Ierland steeds gevaarlijker werd. Uiteindelijk moest Brink vissen bij een schot uit de draai van Ben Nelson (4-1). Zuur voor hem was vooral hoe het tweede tegendoelpunt tot stand kwam, bij de 5-2. Een tip-in op goal sloeg Brink, terwijl hij achterover viel, over zijn eigen doellijn. ‘Dat zag er misschien knullig uit. Maar die bal was er waarschijnlijk toch wel in gegaan’, luidt zijn nuchtere analyse. Hij laat zich niet gek maken, zoveel is duidelijk. Aan zijn debuut houdt hij vooral een goed gevoel over.

Ik probeer langzaam in het hoofd van de bondscoach te kruipen Derde keeper Hidde Brink van Oranje
Dat hij nu de rol van underdog heeft, vindt hij stiekem ook wel lekker, geeft Brink toe. Het geeft hem de kans om zich in de luwte stap voor stap omhoog te werken. ‘De druk ligt nog niet per se op mij. Ik kan gewoon mijn ding doen. Dat vind ik wel een fijne positie. Zo’n eerste interland, met alle toeters en bellen eraan, dat is natuurlijk even wennen. Aan mij de taak om de kansen die ik krijg, te pakken. Het zijn er misschien wat minder dan Maurits en Derk krijgen. Maar als ze komen, dan moet ik er staan. Zo probeer ik langzaam in het hoofd van de bondscoach te kruipen. Meer kan ik niet doen.’