Visser spaart zichzelf niet: ‘Beide goals waren fouten van mij’

Het was een bijzondere week voor Maurits Visser. Na veel wedstrijden op de bank bij Oranje en stukken minder binnen de lijnen, kreeg-ie afgelopen week te horen dat hij eerste keeper is op het EK in augustus. Bovendien mocht de 28-jarige sluitpost vol aan de bak dit weekend tegen Duitsland en Nieuw-Zeeland in de Pro League. Dat ging niet altijd van een leien dakje.

Met een kletsnat en bezweet hoofd kwam Visser zondagmiddag uit de spelerstunnel na de benauwde – inderdaad, passend bij het weer – 3-2 zege op Nieuw-Zeeland. In het koele gangetje onder de tribunes van het Wagener Stadion pufte hij nog maar eens na. ‘Je moet je best doen om in deze temperaturen niet oververhit te raken. Een nat handdoekje over je hoofd is af en toe wel lekker. Ik droeg ook een shirt met korte mouwen. Scheelt ook weer iets.’

Hij slaakte nog maar eens een diepe zucht. Ditmaal wanneer de wedstrijd tegen Nieuw-Zeeland ter sprake komt. Een overwinning met een lelijk nasmaakje voor Visser. Hij kreeg amper wat te doen, maar werd wel twee keer werd geklopt bij corners. ‘Voor mij was het een zure pot. Ik stond niet goed te keepen. Die twee goals waren allebei fouten van mij. De eerste kwam onder mijn arm door. De tweede ging via de binnenkant van mijn been erlangs. Dat is gewoon niet goed genoeg, daar baal ik van.’

De woorden zijn net zo hard als de rake sleepcorners van de Nieuw-Zeelander Kane Russell, die Visser twee keer verschalkte. De goalie spaart zichzelf niet. Hij is oprecht en zoekt naar een oorzaak voor zijn missers. ‘Ik was iets te gretig, denk ik. Ik ging iets te vroeg naar de hoek, toen ik zag dat hij op mijn stickkant pushte. Als je dan net te ver naar de zijkant staat, kan de bal er tussendoor glippen.’ Ook die gretigheid probeert de doelman te verklaren. ‘Tegen Duitsland ging-ie juist via de binnenkant van de paal erin. Daardoor wilde ik nu te snel op die plek staan. Denk ik.’

Visser ziet de bal langs ‘m de goal invliegen. Foto: Willem Vernes

Ondankbare taak

De doelman, inmiddels goed voor 21 optredens in Oranje, is zich ervan bewust dat hij soms een ondankbare taak heeft. ‘Helaas hoort dit ook bij keepen. Je krijgt zoals vandaag ook heel weinig ballen om jezelf daarna weer goed te laten zien. Ik heb, ook tegen Duitsland, heel weinig te doen gehad. De jongens stonden geweldig te verdedigen. En ik moet er dan ook niet in blijven hangen. Niet opeens te veel willen veranderen.’

Het leek er in de slotfase van het duel met Nieuw-Zeeland verdomd veel op dat Visser nog vol aan de bak zou moeten. Na de late gelijkmaker (2-2) van Oranje, tweeënhalve minuut voor tijd, hingen shoot-outs in de lucht. Totdat een zondagsschot van Justen Blok uit een afgeslagen corner alsnog tegen de touwen ging. ‘Ik wist dat er nog van alles kon gebeuren. Die Duitsers wonnen vrijdag vlak voor tijd ook van Nieuw-Zeeland, toch?’, klinkt het ad rem. ‘Natuurlijk gaan ze wel door je hoofd. Ik vind shoot-outs geweldig om te keepen. Al was ik zaterdag tegen Duitsland misschien wat te afwachtend. Ik was de uitdaging vandaag graag aangegaan. Maar helemaal mooi natuurlijk dat het toch niet hoefde.’

Met drie interlands – maandag keepte hij nog in Londen tegen Spanje – en zijn uitverkiezing als eerste keeper voor het EK was het dus een speciale week voor de Amsterdammer. ‘Die boodschap had ik een week geleden nog niet verwacht’, zegt Visser verheugd. ‘Ik hoop dat ik daar mezelf beter kan laten zien dan vandaag. Ik ben blij met de kansen en ga meer potten spelen. Dan gaat het hopelijk steeds beter richting het EK.’

Visser tijdens het Wilhelmus in het volle Wagener. Foto: Willem Vernes

De gestaakte concurrentiestrijd

Visser werd eerste keus, omdat de concurrentiestrijd met de veel ervarener Pirmin Blaak in zijn voordeel beslist werd. Blaak wordt midden augustus voor het eerst vader en is daardoor voor het EK in Duitsland geen zekerheidje. Deze week hakte bondscoach Jeroen Delmée de knoop door, zodat Visser ook ritme kan opdoen richting het titeltoernooi in Duitsland. ‘Ik wist wat er bij Pirmin thuis aan zit te komen. Maar ik was de timing compleet vergeten. Dus ik ging eigenlijk uit van een concurrentiestrijd richting het EK. Ik had alle vertrouwen dat ik die kon winnen. Nu is de beslissing iets eerder gekomen.’ 

De bondscoach belde Visser woensdag op. ‘Ik was thuis en zat te eten met mijn vriendin en wat vriendinnen van haar. Het was wel een mooi, apart momentje.’ Dus werd er ineens een lekker wijntje op tafel gezet? ‘Nou, dat niet, hoor. Ik krijg wel veel felicitaties, maar uiteindelijk krijg ik vooral een kans. Een kans om te keepen. Ik moet het nog laten zien. Het hogere doel is de Spelen. Dit ligt op weg daarnaar toe. Ik ben er wel blij mee, hoor. Dat wel.’

Visser en Blaak op het WK, afgelopen januari. Op dat toernooi was Blaak eerste keus. Foto: Willem Vernes

‘Oudere keeper heeft altijd voordeel van de twijfel’

Want Visser beseft ook dat dit wel een heel aardige mogelijkheid is om zich écht te onderscheiden. ‘Als keeper moet je daar soms verschrikkelijk lang op wachten. De oudere keeper heeft altijd het voordeel van de twijfel. Dus moet ik minimaal tien procent beter zijn. Je moet geduld hebben. Rustig zijn op belangrijke momenten. Dat is moeilijk, moet je ervaren.’

Is het voor hem dan ook relaxter dat de keeperskeus voor het EK al gemaakt is? ‘Vind ik moeilijk om te zeggen’, peinst de doelman. ‘Je zit wel minder in de strijd en spanning, die selectiemodus. Voor mij is het lekker dat ik de komende tijd aaneengesloten keep, in plaats van om-en-om. Anders ben je toch aan het vergelijken.’

Hij wacht even, de wedstrijd nog akelig vers in het hoofd. ‘Maar eh…ik moet het straks dus wel beter doen dan vandaag.’