Vuurdoop voor nieuw Oranje: ‘Nog geen flauw idee waar we staan’
Hij begon twee maanden geleden aan de mooiste uitdaging van zijn carrière. En deze week is het eindelijk zover. De Oranjemannen spelen vrijdag en zondag tegen België voor de Pro League hun eerste interlands onder Jeroen Delmée. ‘Ik wil een drive naar voren, niet met de handrem erop.’
Gretigheid. Dat woord valt vaak in het gesprek met Delmée, in het Wagener Stadion na afloop van de maandagmiddagtraining. ‘Samen met energie is dat voor mij een eerste vereiste. Iedereen is aan het vechten voor z’n plekkie. Wil zich laten zien. De hiërarchie is opnieuw aan het ontstaan. Is anders dan voorheen.’
De felheid en beleving is op het veld tijdens de oefensessie niet te missen. Bij het laatste partijtje worden doelpunten gevierd alsof ze echt de boeken ingaan. Dit is meer dan gewoon maar een trainingspotje. Dit zijn jonge honden die knokken voor wat ze waard zijn. Nadat Thierry Brinkman vindt dat hij een bal onterecht niet meekrijgt, kleunt training-teamgenoot Jorrit Croon er extra hard in. De boodschap is helder. Hier worden geen cadeautjes uitgedeeld.
De pure zin om op het veld te staan
‘Er is de afgelopen weken lekker hard getraind’, constateert Delmée. ‘Niemand loopt te zeuren. Iedereen kan zichzelf zijn. Ik denk dat we goed bezig zijn. We zijn onder meer aan de slag gegaan met de verdediging, hoe we duels ingaan, maar ook hoe we het beste kunnen combineren. Voor mij is het ook genieten. Ik heb prachtig hockey gezien. Combinaties, technische hoogstandjes.’ Lachend: ‘Dat zie je bij Tilburg niet altijd.’
Het optimisme, de pure zin om op het veld te staan. Dat was maandag voelbaar in het Wagener. ‘Het moet ook leuk zijn, toch? De sfeer is goed, heel open en vrij. Iedereen wil lekker hockeyen.’
Delmée is dus tevreden na de wittebroodsweken bij de selectie, die een gedaantewisseling heeft ondergaan sinds Tokio. Maar hoe goed zijn ploeg nu eigenlijk is? Of ook dit zeer onervaren Oranje zich kan meten met de mondiale top? ‘Dat weten we na België pas. Die wedstrijden gebruiken we om te inventariseren waar we staan. Ik heb nu geen flauw idee. Ze kunnen zich gelijk laten zien tegen de beste ploeg ter wereld. Misschien is dat wel een voordeel.’
Blessure De Vilder, afwezigheid Blaak
Natuurlijk wil-ie vrijdag en zondag winnen. ‘Maar daar gaat het niet alleen om. Ik wil ook kansen geven aan jongens, laat je maar zien. We gaan gewoon de beuk erin gooien. Ik wil een attitude zien die hoort bij het Nederlands elftal. Die gretigheid en energie dus. En ook directheid en opportunisme. Met een goede drive naar voren, niet met de handrem erop.’
Oranje moet het tegen de olympisch kampioen hoogstwaarschijnlijk stellen zonder Derck de Vilder. De middenvelder van Kampong ging vrijdag door zijn enkel. ‘Ik wil geen risico’s nemen en denk dat voor hem de wedstrijden tegen België te vroeg komen’, zegt Delmée. Floris Wortelboer, vorige week weer aangehaakt bij het Nederlands elftal, blijft daardoor meetrainen richting beide interlands.
Wie maandag ook ontbrak was Pirmin Blaak. De goalie moest in quarantaine nadat iemand in zijn omgeving positief had getest. ‘Hopelijk kan hij na woensdag weer aansluiten’, verzucht Delmée, die nog geen knoop heeft doorgehakt over de immer boeiende concurrentiestrijd onder de lat. ‘Op dit moment ligt alles open’, stelt Delmée. ‘Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Op basis van de laatste jaren ligt Pirmin een stapje voor, maar hij zal niet als enige kansen krijgen. Het is nog steeds de ontwikkel- en oriëntatiefase. Laat maar zien wat je kan.’
De oudjes en een nieuwe captain
De groep is smal, constateert Delmée, die nu inclusief Wortelboer over 23 spelers beschikt. ‘Vanuit Jong Oranje zal er wat bijkomen. En misschien nog een of twee oudjes, als zij onder de gestelde voorwaarden nog terug willen komen. Dan komen we op een man of 27 terecht.’
Die ‘oudjes’ zijn de leden van de on hold-groep, waarin Robbert Kemperman, Jeroen Hertzberger, Sander de Wijn en Seve van Ass zitten. Tokio-gangers die nog niet gestopt zijn, maar ook nog niet mee hebben getraind sinds het aantreden van Delmée. Hun situatie is nog hetzelfde als in september, aldus de bondscoach. ‘België is daarin ook een testcase om te zien hoe zeer iedereen nodig is. Maar het is duidelijk dat deze jongens allemaal kwaliteiten hebben. Je hebt zelf gezien hoe gretig en energiek de groep is. Dat gevoel moet blijven, de eventuele terugkeer van jongens moet niet gaan ten koste van die dynamiek. Ze moeten nog steeds voorop willen lopen, niet aan het elastiek bungelen.’
Wie Delmée als aanvoerder kiest tegen de Belgen, is nog onbekend. Billy Bakker droeg de band op de Spelen, maar hij zwaaide af na de verloren kwartfinale tegen Australië. Afgelopen week, in de twee gewonnen oefenduels tegen Frankrijk, droeg Thierry Brinkman de band. ‘Een belangrijke, bepalende speler die nadenkt over het spel. Hij durft iets te zeggen, dat vind ik ook wel lekker. Kan in discussies gaan over bepaalde keuzes. Maar eerlijk gezegd zijn we met die rolverdeling nog niet zo bezig geweest. De ontwikkeling van de ploeg is belangrijker.’
Even fastforward naar zondagmiddag, rond kwart voor vier. Beide wedstrijden in het lege Wagener tegen de Belgen zitten erop, de tv kan uit. Wat hoopt Delmée dat dan het gevoel is dat bij de fans blijft hangen? ‘Ik hoop dat ze een fris en gretig Oranje hebben gezien, dat aantrekkelijk hockeyt. En verder zien we wel waar het schip strandt.’