Yibbi Jansen dendert door: ‘Wil alles uit mijn corner halen’

Op een historische avond in het Wagener Stadion denderde Yibbi Jansen als een Japanse hogesnelheidstrein de toptien van de eeuwige topscorerslijst van de Oranjevrouwen binnen. Het strafcornerkanon van Oranje had donderdag met vijf goals een gigantisch aandeel in de 11-2 monsterzege op Spanje. De telramen zijn bijna niet aan te slepen om de stortvloed aan doelpunten van de 25-jarige middenvelder bij te houden. ‘Met aantallen ben ik niet bezig. Ik focus me puur op mijn corner.’

Eerst maar even de cijfers, want die liegen er niet om. Twaalf goals in haar laatste vier interlands. Voor het eerst in haar loopbaan vijf goals in één interland. Topscorer aller tijden in de FIH Pro League met 61 treffers. En inmiddels 87 doelpunten in negentig optredens voor Oranje. Wie deze dagen naar de Oranjevrouwen kijkt, kan simpelweg niet om Yibbi Jansen heen.

Na afloop van de sportieve slachting van Spanje moet de scherpschutter zich dan ook een weg banen tussen honderden dolenthousiaste kinderen om de mixed zone te bereiken. Ze hangen half over de boarding, schreeuwen haar naam, hengelen naar een high-five of selfie. De Wereldspeelster van het Jaar is momenteel dé blikvanger van Oranje, zoveel is duidelijk. Maar terwijl fans en pers een deel van haar tijd willen kapen, blijft ze de rust zelve. Sterker nog: Jansen blikt kritisch terug op de twee duels met Spanje van de afgelopen dagen.

Oranje viert een van de vijf treffers van Jansen tegen Spanje. Foto: Willem Vernes

‘Woensdag creëerden we heel veel kansen, maar maakten we ze niet af. We wonnen maar met 3-2. Dat geeft toch het gevoel dat je niet zo’n goede wedstrijd hebt gespeeld. Nu ging dat stukken beter. Binnen vijf minuten hadden we er twee in liggen en bléven we gaan. Daardoor konden we verder uitlopen. Elf goals maken is gewoon heel lekker.’

Tikkeltje ontevreden na 7-2 ruststand

Oranje ging donderdag met een onwerkelijke 7-2 ruststand richting de kleedkamers, na een zeldzaam doelpuntrijke eerste dertig minuten. De laatste keer dat Oranje er zeven maakte in de eerste helft van een competitieve interland was tijdens de groepsfase van het WK 2018 in Londen. Toen bleek 7-0 tegen Zuid-Korea ook meteen de eindstand. Met zo’n explosieve eerste helft verwacht je alleen maar brede grijnzen in de kleedkamer. Maar niets was minder waar, verklapt Jansen.

‘Eigenlijk waren we een tikkeltje ontevreden over die eerste helft’, zegt ze bloedserieus. ‘We kregen twee keer direct na ons doelpunt een tegentreffer of een strafcorner tegen. Dat is ook de kwaliteit van Spanje. Ze zijn technisch goed, houden de bal makkelijk in de ploeg en lieten ons achter ze aan rennen. Dat voelde niet lekker. Natuurlijk waren we tevreden met de marge van vijf goals, maar we hebben in de rust uitgesproken dat we ons na een doelpunt beter moesten focussen. Dat is in de tweede helft gelukt. Daar hielden we de nul en maakten we er zelf nog vier.’

Yibbi Jansen, al goed voor tien hattricks in Oranje. Foto: Willem Vernes

Met superstip in de toptien

Jansen had donderdag een bizar hoog conversiepercentage met haar strafcorner. Oranje mocht in totaal acht keer aanleggen vanaf kop cirkel, en zes keer stond Jansen als schutter klaar. Ze schoot vijf keer raak. Alleen haar derde corner van de wedstrijd leverde geen treffer op: de handschoen van de Spaanse keeper Clara Perez verhinderde dat.

‘Ik zit er lekker in’, zegt Jansen droogjes, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. ‘Vijf goals maken is toch bijzonder, dat was me nog niet eerder gelukt. Het ritme van de corner was gewoon heel goed vandaag. En het is lekker dat mijn eerste er meteen invliegt. Dat lukt inderdaad wel vaker. Maar ja, we beginnen niet voor niets altijd heel scherp.’

Yibbi Jansen verstuurt een pass in het duel met Spanje. Foto: Willem Vernes

Door haar vijf treffers van donderdag tilde Jansen haar Oranje-productie naar 87, in negentig interlands. Een waanzinnig aantal waarmee ze als een raket de toptien van de topscorerslijst aller tijden van Oranje is binnengekomen. Ze bezet nu de negende plaats, op vijf doelpunten afstand van nummer acht Lisanne Lejeune. Ageeth Boomgaardt en Sophie von Weiler (elk 84 interlandgoals) heeft ze inmiddels achter haar gelaten door haar doelpuntenregen van de laatste dagen in het Wagener.

‘Goh, ik had geen idee dat ik al zo dicht tegen de toptien aan zat’, zegt Jansen. ‘Dat is toch wel iets moois. Ik houd mijn cijfers zelf niet bij, maar als ik dit dan zo hoor, dan denk ik: ja, ziet er goed uit.’

Alles uit de corner halen

Het doelpuntenrecord van Oranje’s ultieme topschutter Maartje Paumen, die haar interlandloopbaan in de zomer van 2016 afsloot op 195 doelpunten, waart niet rond in het hoofd van Jansen. ‘Bijna tweehonderd goals… da’s wel heel veel. Nee, dat houdt me totaal niet bezig. Ik ben sowieso nooit bewust bezig om topscorer van een competitie of toernooi te worden. Ik bereid me iedere wedstrijd vooral voor op mijn strafcorner. Daar wil ik zoveel mogelijk rendement uit halen. Ik kijk altijd kritisch naar de corners die ik heb genomen, omdat ik er het meeste uit wil halen. Daar ligt de focus op, en niet op getallen.’

Terwijl ze die laatste woorden uitspreekt, roepen tientallen kinderen rondom het Wagener Stadion nog altijd haar naam, in de hoop op een glimp of een reactie. Misschien zagen deze jonge fans op deze avond wel de toekomstig topscorer aller tijden in actie. De tijd zal het leren.

Klik op de afbeelding voor een grotere weergave.