Zo zeldzaam was het zussendebuut van Pien en Jip Dicke

Oranje heeft er sinds zondag een nieuw zussenpaar bij. En dat gebeurt niet elke dag. Pien en Jip Dicke beleefden hun eerste interland samen in het shirt van Nederland, tijdens de 5-1 zege op Australië in de Pro League. Slechts zes zussenparen gingen hen in bijna honderd jaar voor. En pas voor de tweede keer gebeurde dat op Nederlandse bodem.

Ze straalden na afloop, zochten elkaar meteen op en werden door familie, vrienden en persfotografen gretig op beeld vastgelegd. Deze interland, gespeeld op zondag 8 juni tegen Australië, zal bij de familie Dicke nog lang in het geheugen gegrift blijven. Na een seizoen samen bij SCHC speelden de Haagse zussen nu ook zij aan zij in Oranje. Voor de 25-jarige Pien was het interland nummer 55, voor Jip (22) haar vuurdoop.

Niet uniek, wel zeldzaam

Twee zussen tegelijkertijd in Oranje: het is geen unicum, maar wel een gebeurtenis waar je even de wenkbrauwen van optrekt. Pien en Jip Dicke vormen pas het zevende zussenpaar in bijna honderd jaar interlandhockey. De doorgewinterde hockeyliefhebber herinnert zich natuurlijk Hanneke en Minke Smabers, die 28 jaar geleden hun eerste gezamenlijke Oranje-optreden beleefden. Zij bleven jarenlang het laatste zussenpaar in Oranje.

De zusjes Smabers speelden op 29 juni 1997 voor het eerst samen in een interland tegen Zuid-Korea, tijdens een zeslandentoernooi in Seoul. Hanneke, de oudste, was al een vaste waarde en begon aan haar veertigste interland. Voor de toen achttienjarige Minke was het de eerste keer dat ze het Oranjeshirt aantrok. Later groeide zij uit tot dé recordinternational van Oranje met 312 caps. Haar oudere zus reikte tot 127 interlands. In 84 interlands stonden de zussen samen op het veld.

Hanneke en Minke Smabers. Foto: archief KNHB

Eerste zussenpaar in 1928

Voor het eerste zussenpaar in Oranje moeten we bijna honderd jaar terug in de tijd. Sophie en Eska de Josselin de Jong speelden op 3 maart 1928 samen in wat pas de derde interland ooit van de Nederlandse vrouwenploeg was. In Brussel verloor Oranje kansloos met 3-0 van België. In de krantenverslagen van toen geen woord over de aanwezigheid van de twee zussen. Het ging vooral over het fraaie lenteweer en het massaal opgekomen publiek.

Na de zusjes De Josselin de Jong volgden Els en Sieke Kruize (1938), Eefje en Ilse Piel (1948), Gini en Heleen van Rooy (1965) en Anneke en Toos Bax (1973). Van alle zussenparen in Oranje speelden alleen de zussen Piel – net als Pien en Jip Dicke – hun eerste gezamenlijke interland op eigen bodem: op 21 maart 1948 in het Wagener Stadion. Nederland won toen met 5-0 van België. Alle andere zussenparen maakten hun gezamenlijke debuut buiten de eigen landsgrenzen, in steden als Brussel, Folkestone, Ayr, Glasgow en Seoul.

Anneke en Toos Bax. Foto’s: KNHB/Jeroen van Bergen

De zusjes Bax: recordduo

Van alle zussenparen kwamen Anneke en Toos Bax het vaakst samen in actie. Zij speelden in de jaren zeventig liefst 94 interlands met elkaar. Vooral Toos was een fenomeen, de Maartje Paumen van haar generatie. De bescheiden verdediger had een vernietigend schot uit de strafcorner en droeg veel bij aan de groei van het vrouwenhockey in Nederland. Zij was de absolute leider van de generatie hockeysters die de jaren zeventig domineerde door vier wereldkampioenschappen te winnen: de officieuze wereldtoernooien van 1972 en 1979 en de officiële WK’s van 1974 en 1978.

Van dat soort successen kunnen Pien en Jip voorlopig alleen maar dromen. Maar het begin is gemaakt voor de Haagse zussen.

Jip Dicke (links) en Pien Dicke, samen in actie tegen Australië. Foto: Willem Vernes