Van den Assem over haar chaotische dagen: ‘Bizar, maar mooi’

Drie speelsters maakten zaterdag tegen Argentinië (1-1, winst in shoot-outs) hun langverwachte rentree in Oranje: Laurien Leurink, Felice Albers en Ireen van den Assem. Laatstgenoemde zat de voorbije week in een achtbaan van louter positieve emoties. ‘Ik heb nog niet echt de tijd gehad om alles te verwerken.’

Ja, het zijn chaotische dagen geweest, beaamt Van den Assem als we haar spreken direct na afloop van het duel met Argentinië. Lachend: ‘Maar wel leuk chaotisch’.

De 32-jarige verdediger belandde zes dagen geleden met haar Tilburg in de zevende hemel na een lang en intensief seizoen. Drie zinderende, enerverende en slopende wedstrijden met Oranje-Rood leverde een felbegeerd ticket voor de Hoofdklasse op. Nog nauwelijks bekomen van alle emoties en felicitaties kreeg ze een paar dagen later groen licht voor haar rentree in Oranje. En dat tegen Argentinië, de nummer twee van de wereldranglijst en dé aartsrivaal van Oranje.

Het was een heerlijke opkikker na een jaar vol fysieke tegenslag én het missen van de Olympische Spelen.

Ireen van den Assem: na 447 dagen terug in Oranje. Foto: Willem Vernes

‘Het is nog steeds niet helemaal geland wat me de afgelopen dagen allemaal is overkomen’, zegt Van den Assem, die tegen Argentinië haar eerste interland sinds 7 maart 2021 speelde. Ze slaakt nog maar eens een zucht. ‘Ik heb nog niet echt de tijd gehad om alles te verwerken. Het ene moment geniet je na van de promotie naar de Hoofdklasse, het andere moment meld je je in een hotel met Oranje en zit je ineens middenin de voorbereiding voor een duel met Argentinië. Heel bizar, maar wel mooi natuurlijk.’

Warm weerzien

Het was een warm weerzien met de meiden waarmee ze de afgelopen jaren in het Nederlands elftal zo vaak op het veld had gestaan. Alsof ze bijna niet was weggeweest, zo voelde het misschien. Van den Assem genoot daarbij vooral van het samenspelen met hartsvriendin Margot van Geffen, met wie ze al zoveel wedstrijden zij aan zij op het veld had gestaan. Bij Forward, Rotterdam en Den Bosch en ook al in de jeugd van Oranje.

Van den Assem: ‘Ik heb de laatste dagen veel contact gehad met Margot. Daarbij ging het ook over die wedstrijd die we samen met Den Bosch tegen Amsterdam speelden, eind januari 2021. Op een hobbelveld, want het hoofdveld was door een ijslaag onbespeelbaar geworden. Die wedstrijd, die we ook nog met 0-1 verloren, was onze laatste wedstrijd samen. Margot raakte geblesseerd, dáárna lag ik eruit en sindsdien speelden we niet meer samen. We hebben regelmatig tegen elkaar gezegd: het kan toch niet zo zijn dat dát onze laatste wedstrijd samen was?! Gelukkig hoeven we ons daar nu niet meer druk om te maken.’

Hereningd op het veld: Ireen van den Assem en Margot van Geffen (rechts). In het midden Kyra Fortuin. Foto: Willem Vernes

Een beuk van Granatto

Helemaal tevreden over haar rentree was Van den Assem niet, zelfkritisch als ze is. Een wedstrijd tegen de nummer twee van de wereld vergt nu eenmaal wat anders dan een duel met De Terriërs in de Promotieklasse. Sowieso vond Van den Assem dat Oranje een matte wedstrijd speelde, waarin het nog niet lukte met de energie en felheid te spelen die vanzelfsprekend mag worden geacht tegen de aartsrivaal.

‘Bij Tilburg was ik dit seizoen gewend om in een vrije rol in de defensie te spelen, met niemand in mijn rug en mijn blik gericht op de opbouw. Da’s toch wat anders dan dat je hier op linksachter Maria Granatto als tegenstander hebt. Die gaf me trouwens na twee minuten al meteen een flinke beuk, haha. Welkom terug in Oranje Ireen, dacht ik nog.’

Ireen van den Assem geeft Delfina Thoma het nakijken op het veld van Union. Foto: Willem Vernes

Het hoge tempo van een topinterland in het vrouwenhockey met zijn vele, snelle omschakelingsmomenten en de hoge handelingsnelheid… het was logischerwijs even wennen voor Van den Assem, die zich verder prima staande hield in de defensie van Oranje.

Van den Assem: ‘Ik merk dat ik de lat meteen heel hoog leg voor mezelf, maar ik moet wel realistisch blijven. Ik probeer het gewoon wedstrijd voor wedstrijd te bekijken. Haal me niets in mijn hoofd. Volgende week in de dubbel met Engeland heb ik weer de mogelijkheid om me opnieuw te laten zien. Daar richt ik me op.’

Wat er daarna gebeurt? Daar wil ze zich niet mee bezighouden. Glazen bollen zijn even niet aan Van den Assem besteed. ‘Ik heb vorige zomer een grote sportieve teleurstelling moeten verwerken. Dat heeft mentaal natuurlijk veel gedaan met me. Ik ben nu van interland 79 naar tachtig gegaan. Daar heb ik enorm van genoten en die pakken ze me niet meer af.’